Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
aanmanen
to produce
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
aanmanen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
maan aan
I produce
maant aan
you produce
maant aan
he/she/it produces
manen aan
we produce
manen aan
you all produce
manen aan
they produce
Present perfect tense
heb aangemaand
I have produced
hebt aangemaand
you have produced
heeft aangemaand
he/she/it has produced
hebben aangemaand
we have produced
hebben aangemaand
you all have produced
hebben aangemaand
they have produced
Past tense
maande aan
I produced
maande aan
you produced
maande aan
he/she/it produced
maanden aan
we produced
maanden aan
you all produced
maanden aan
they produced
Future tense
zal aanmanen
I will produce
zult aanmanen
you will produce
zal aanmanen
he/she/it will produce
zullen aanmanen
we will produce
zullen aanmanen
you all will produce
zullen aanmanen
they will produce
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanmanen
I would produce
zou aanmanen
you would produce
zou aanmanen
he/she/it would produce
zouden aanmanen
we would produce
zouden aanmanen
you all would produce
zouden aanmanen
they would produce
Subjunctive mood
mane aan
I produce
mane aan
you produce
mane aan
he/she/it produce
mane aan
we produce
mane aan
you all produce
mane aan
they produce
Past perfect tense
had aangemaand
I had produced
had aangemaand
you had produced
had aangemaand
he/she/it had produced
hadden aangemaand
we had produced
hadden aangemaand
you all had produced
hadden aangemaand
they had produced
Future perf.
zal aangemaand hebben
I will have produced
zal aangemaand hebben
you will have produced
zal aangemaand hebben
he/she/it will have produced
zullen aangemaand hebben
we will have produced
zullen aangemaand hebben
you all will have produced
zullen aangemaand hebben
they will have produced
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangemaand hebben
I would have produced
zou aangemaand hebben
you would have produced
zou aangemaand hebben
he/she/it would have produced
zouden aangemaand hebben
we would have produced
zouden aangemaand hebben
you all would have produced
zouden aangemaand hebben
they would have produced
Present bijzin tense
aanmaan
I produce
aanmaant
you produce
aanmaant
he/she/it produces
aanmanen
we produce
aanmanen
you all produce
aanmanen
they produce
Past bijzin tense
aanmaande
I produced
aanmaande
you produced
aanmaande
he/she/it produced
aanmaanden
we produced
aanmaanden
you all produced
aanmaanden
they produced
Future bijzin tense
zal aanmanen
I will produce
zult aanmanen
you will produce
zal aanmanen
he/she/it will produce
zullen aanmanen
we will produce
zullen aanmanen
you all will produce
zullen aanmanen
they will produce
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanmanen
I would produce
zou aanmanen
you would produce
zou aanmanen
he/she/it would produce
zouden aanmanen
we would produce
zouden aanmanen
you all would produce
zouden aanmanen
they would produce
Subjunctive bijzin mood
aanmane
I produce
aanmane
you produce
aanmane
he/she/it produce
aanmane
we produce
aanmane
you all produce
aanmane
they produce
Du
Ihr
Imperative mood
maan aan
produce
maant aan
produce
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
aanmanen
RELATED PAGES
aanbenen
step out
aanmaken
produce
aanmeren
berth
aanmeten
measure for
aantonen
prove
Back to Top