Aandikken (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of aandikken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dik aan
I do
dikt aan
you do
dikt aan
he/she/it does
dikken aan
we do
dikken aan
you all do
dikken aan
they do
Present perfect tense
heb aangedikt
I have done
hebt aangedikt
you have done
heeft aangedikt
he/she/it has done
hebben aangedikt
we have done
hebben aangedikt
you all have done
hebben aangedikt
they have done
Past tense
dikte aan
I did
dikte aan
you did
dikte aan
he/she/it did
dikten aan
we did
dikten aan
you all did
dikten aan
they did
Future tense
zal aandikken
I will do
zult aandikken
you will do
zal aandikken
he/she/it will do
zullen aandikken
we will do
zullen aandikken
you all will do
zullen aandikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aandikken
I would do
zou aandikken
you would do
zou aandikken
he/she/it would do
zouden aandikken
we would do
zouden aandikken
you all would do
zouden aandikken
they would do
Subjunctive mood
dikke aan
I do
dikke aan
you do
dikke aan
he/she/it do
dikke aan
we do
dikke aan
you all do
dikke aan
they do
Past perfect tense
had aangedikt
I had done
had aangedikt
you had done
had aangedikt
he/she/it had done
hadden aangedikt
we had done
hadden aangedikt
you all had done
hadden aangedikt
they had done
Future perf.
zal aangedikt hebben
I will have done
zal aangedikt hebben
you will have done
zal aangedikt hebben
he/she/it will have done
zullen aangedikt hebben
we will have done
zullen aangedikt hebben
you all will have done
zullen aangedikt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangedikt hebben
I would have done
zou aangedikt hebben
you would have done
zou aangedikt hebben
he/she/it would have done
zouden aangedikt hebben
we would have done
zouden aangedikt hebben
you all would have done
zouden aangedikt hebben
they would have done
Present bijzin tense
aandik
I do
aandikt
you do
aandikt
he/she/it does
aandikken
we do
aandikken
you all do
aandikken
they do
Past bijzin tense
aandikte
I did
aandikte
you did
aandikte
he/she/it did
aandikten
we did
aandikten
you all did
aandikten
they did
Future bijzin tense
zal aandikken
I will do
zult aandikken
you will do
zal aandikken
he/she/it will do
zullen aandikken
we will do
zullen aandikken
you all will do
zullen aandikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aandikken
I would do
zou aandikken
you would do
zou aandikken
he/she/it would do
zouden aandikken
we would do
zouden aandikken
you all would do
zouden aandikken
they would do
Subjunctive bijzin mood
aandikke
I do
aandikke
you do
aandikke
he/she/it do
aandikke
we do
aandikke
you all do
aandikke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
dik aan
do
dikt aan
do

Examples of aandikken

Example in DutchTranslation in English
- Ik zei net, dat je het niet moest aandikken.Ok, I just said don't jinx it please.
Je moet dit wat aandikken.What you gotta do is pep this up a little bit.
Het is dik aan tussen haar en Xander.I don't know. She and Xander seem pretty tight lately.
Mensen als Sinclair verdienen altijd dik aan mensen als wij.people like donald SincIair make millions of dollars playing people like us for chumps.
Is het niet aangedikt?Not, uh- Not overdone?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanbakken
stick to the pan
aanbikken
do
aandienen
usher in
aandiepen
press elms
aandijken
do
aanfokken
breed
aanhikken
do
aankakken
do
aanlokken
luff
aanpakken
seize
aanpikken
hitch
aanrukken
hang around
aantikken
flick
aanzakken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?