Aanbreken (to dawn) conjugation

Dutch
18 examples

Conjugation of aanbreken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
breek aan
I dawn
breekt aan
you dawn
breekt aan
he/she/it dawns
breken aan
we dawn
breken aan
you all dawn
breken aan
they dawn
Present perfect tense
heb aangebroken
I have dawned
hebt aangebroken
you have dawned
heeft aangebroken
he/she/it has dawned
hebben aangebroken
we have dawned
hebben aangebroken
you all have dawned
hebben aangebroken
they have dawned
Past tense
brak aan
I dawned
brak aan
you dawned
brak aan
he/she/it dawned
braken aan
we dawned
braken aan
you all dawned
braken aan
they dawned
Future tense
zal aanbreken
I will dawn
zult aanbreken
you will dawn
zal aanbreken
he/she/it will dawn
zullen aanbreken
we will dawn
zullen aanbreken
you all will dawn
zullen aanbreken
they will dawn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanbreken
I would dawn
zou aanbreken
you would dawn
zou aanbreken
he/she/it would dawn
zouden aanbreken
we would dawn
zouden aanbreken
you all would dawn
zouden aanbreken
they would dawn
Subjunctive mood
breke aan
I dawn
breke aan
you dawn
breke aan
he/she/it dawn
breke aan
we dawn
breke aan
you all dawn
breke aan
they dawn
Past perfect tense
had aangebroken
I had dawned
had aangebroken
you had dawned
had aangebroken
he/she/it had dawned
hadden aangebroken
we had dawned
hadden aangebroken
you all had dawned
hadden aangebroken
they had dawned
Future perf.
zal aangebroken hebben
I will have dawned
zal aangebroken hebben
you will have dawned
zal aangebroken hebben
he/she/it will have dawned
zullen aangebroken hebben
we will have dawned
zullen aangebroken hebben
you all will have dawned
zullen aangebroken hebben
they will have dawned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangebroken hebben
I would have dawned
zou aangebroken hebben
you would have dawned
zou aangebroken hebben
he/she/it would have dawned
zouden aangebroken hebben
we would have dawned
zouden aangebroken hebben
you all would have dawned
zouden aangebroken hebben
they would have dawned
Present bijzin tense
aanbreek
I dawn
aanbreekt
you dawn
aanbreekt
he/she/it dawns
aanbreken
we dawn
aanbreken
you all dawn
aanbreken
they dawn
Past bijzin tense
aanbrak
I dawned
aanbrak
you dawned
aanbrak
he/she/it dawned
aanbraken
we dawned
aanbraken
you all dawned
aanbraken
they dawned
Future bijzin tense
zal aanbreken
I will dawn
zult aanbreken
you will dawn
zal aanbreken
he/she/it will dawn
zullen aanbreken
we will dawn
zullen aanbreken
you all will dawn
zullen aanbreken
they will dawn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanbreken
I would dawn
zou aanbreken
you would dawn
zou aanbreken
he/she/it would dawn
zouden aanbreken
we would dawn
zouden aanbreken
you all would dawn
zouden aanbreken
they would dawn
Subjunctive bijzin mood
aanbreke
I dawn
aanbreke
you dawn
aanbreke
he/she/it dawn
aanbreke
we dawn
aanbreke
you all dawn
aanbreke
they dawn
Du
Ihr
Imperative mood
breek aan
dawn
breekt aan
dawn

Examples of aanbreken

Example in DutchTranslation in English
'De waarheid zit in het aanbreken van de dag.' Wat houdt dat in?"The truth is in the dawn."
'De waarheid zit in het aanbreken van de dag.'"The truth is in the dawn."
Bij dageraad breekt aan in Echo Park, In de buurt van het centrum van Los Angeles, beginnen de bewoners te...When dawn breaks in Echo Park near downtown Los Angeles, the locals begin to...
De dag breekt aan.YIN: It'll be dawn soon.
De dageraad breekt aan.It's the dawn.
Een nieuw tijdperk breekt aan!A new dawn is upon us!
Dan is er misschien een nieuw tijdperk aangebroken.Then perhaps a new day has dawned.
Een nieuw tijdperk is aangebroken voor actie !A new age has dawned for action!
Een nieuwe dag is aangebroken en de mogelijkheid heeft zichzelf gepresenteerd.A new day has dawned, and an opportunity has presented itself.
Maar die van Israël is nog maar net aangebroken.But the day of Israel has hardly dawned.
U nieuwe dag is aangebroken, mijn lieve. Een nieuw tijdperk.A new day has dawned, my dear.
De winter brak aanThe winter dawned
"Zie toe, en je weet Dat voor de dageraad aanbreektTake heeds, and you will know that before the dawn breaks.
Als de dag aanbreekt begint elk mens aan de serie wonderen... die hem van ochtend naar middernacht zullen brengen.As a new day dawns, each human machine begins the succession of miracles that will take it from morning to midnight.
Als de dageraad aanbreekt, verlaten de bavianen hun nachtverblijf.As dawn breaks over the volcano, the baboons leave their sleeping-cave.
Als de ochtend aanbreekt, hebben de leeuwen de prooi op.By dawn, the lions have finished the kill.
Als er een nieuw begin aanbreekt, moet een vrouw er op haar best uitzien.When a new day dawns over all that is, a girl has to look her best.
Toen de dag aanbrak, wist ik dat een machtige elite bijna alles op zijn plek had om de wereld te domineren.As the day dawned,

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanbakken
stick to the pan
aanbalken
do
aanbikken
do
aanboeken
do
aanbraden
sear
aanbreien
do
aankoeken
enter into
aankweken
cultivate
aanpreken
do
aansteken
ignite
aanzoeken
sit at table

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dawn':

None found.
Learning languages?