Lokken (to locate) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of lokken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lok
I locate
lokt
you locate
lokt
he/she/it locates
lokken
we locate
lokken
you all locate
lokken
they locate
Present perfect tense
heb gelokt
I have located
hebt gelokt
you have located
heeft gelokt
he/she/it has located
hebben gelokt
we have located
hebben gelokt
you all have located
hebben gelokt
they have located
Past tense
lokte
I located
lokte
you located
lokte
he/she/it located
lokten
we located
lokten
you all located
lokten
they located
Future tense
zal lokken
I will locate
zult lokken
you will locate
zal lokken
he/she/it will locate
zullen lokken
we will locate
zullen lokken
you all will locate
zullen lokken
they will locate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou lokken
I would locate
zou lokken
you would locate
zou lokken
he/she/it would locate
zouden lokken
we would locate
zouden lokken
you all would locate
zouden lokken
they would locate
Subjunctive mood
lokke
I locate
lokke
you locate
lokke
he/she/it locate
lokke
we locate
lokke
you all locate
lokke
they locate
Past perfect tense
had gelokt
I had located
had gelokt
you had located
had gelokt
he/she/it had located
hadden gelokt
we had located
hadden gelokt
you all had located
hadden gelokt
they had located
Future perf.
zal gelokt hebben
I will have located
zal gelokt hebben
you will have located
zal gelokt hebben
he/she/it will have located
zullen gelokt hebben
we will have located
zullen gelokt hebben
you all will have located
zullen gelokt hebben
they will have located
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gelokt hebben
I would have located
zou gelokt hebben
you would have located
zou gelokt hebben
he/she/it would have located
zouden gelokt hebben
we would have located
zouden gelokt hebben
you all would have located
zouden gelokt hebben
they would have located
Du
Ihr
Imperative mood
lok
locate
lokt
locate

Examples of lokken

Example in DutchTranslation in English
Als we hem konden vinden, en hier naartoe lokken dan...If we could locate him, entice him here, and...
Het vinden van dieren in de dichte begroeiing is zo moeilijk... dat de Matis vooral op hun oren vertrouwen om hun prooi te vinden. En ze gebruiken misleidingstactieken om ze binnen schootsafstand te lokken.Spotting animals in the dense vegetation is so hard, the Matis rely on hearing to locate prey and use mimicry to lure them into range.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bakken
bake
bekken
do
bikken
do
bokken
sulk
bukken
stoop
dekken
cover
dikken
thick
dokken
cough up
fikken
do
fokken
breed
gakken
honk
gekken
do
gokken
gamble
hakken
cut
hikken
hiccup

Similar but longer

aflokken
do
blokken
swot
inlokken
lure you into
klokken
do
slokken
gulp
vlokken
do

Random

legitimeren
legitimize
lekken
leak
lithograferen
do
loeien
moo
loensen
squint
lokaliseren
locate
lollen
do
losnemen
disconnect
losscheuren
tear
losschudden
fan

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'locate':

None found.
Learning languages?