Hikken (to hiccup) conjugation

Dutch
15 examples

Conjugation of hikken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
hik
I hiccup
hikt
you hiccup
hikt
he/she/it hiccups
hikken
we hiccup
hikken
you all hiccup
hikken
they hiccup
Present perfect tense
heb gehikt
I have hiccuped
hebt gehikt
you have hiccuped
heeft gehikt
he/she/it has hiccuped
hebben gehikt
we have hiccuped
hebben gehikt
you all have hiccuped
hebben gehikt
they have hiccuped
Past tense
hikte
I hiccuped
hikte
you hiccuped
hikte
he/she/it hiccuped
hikten
we hiccuped
hikten
you all hiccuped
hikten
they hiccuped
Future tense
zal hikken
I will hiccup
zult hikken
you will hiccup
zal hikken
he/she/it will hiccup
zullen hikken
we will hiccup
zullen hikken
you all will hiccup
zullen hikken
they will hiccup
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou hikken
I would hiccup
zou hikken
you would hiccup
zou hikken
he/she/it would hiccup
zouden hikken
we would hiccup
zouden hikken
you all would hiccup
zouden hikken
they would hiccup
Subjunctive mood
hikke
I hiccup
hikke
you hiccup
hikke
he/she/it hiccup
hikke
we hiccup
hikke
you all hiccup
hikke
they hiccup
Past perfect tense
had gehikt
I had hiccuped
had gehikt
you had hiccuped
had gehikt
he/she/it had hiccuped
hadden gehikt
we had hiccuped
hadden gehikt
you all had hiccuped
hadden gehikt
they had hiccuped
Future perf.
zal gehikt hebben
I will have hiccuped
zal gehikt hebben
you will have hiccuped
zal gehikt hebben
he/she/it will have hiccuped
zullen gehikt hebben
we will have hiccuped
zullen gehikt hebben
you all will have hiccuped
zullen gehikt hebben
they will have hiccuped
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gehikt hebben
I would have hiccuped
zou gehikt hebben
you would have hiccuped
zou gehikt hebben
he/she/it would have hiccuped
zouden gehikt hebben
we would have hiccuped
zouden gehikt hebben
you all would have hiccuped
zouden gehikt hebben
they would have hiccuped
Du
Ihr
Imperative mood
hik
hiccup
hikt
hiccup

Examples of hikken

Example in DutchTranslation in English
- Klotestad. Moet ik me dood hikken ?- Do I have to hiccup to death?
Als jij stopt met hikken.When you stop that hiccuping
Als u bij haar in de buurt kwam, begon ze te hikken.Every time you came near her she would convulse into hiccups.
De dag dat je er niet klaar voor bent neem ik het zo snel weg dat je eens zal kunnen hikken.The day you're not up to it, I'll take it away as quick as a hiccup.
Het laat je hikken!It'll make you hiccup!
- Als ik gespannen word, krijg ik de hik.When I get anxious, I hiccup.
- Dat is voor de hik.- That's hiccups.
- De hik gaat er van weg.It gets rid of the hiccups...
- En nu heb ik de hik.And now I have the hiccups.
- Haar moeder... die naar jou kwam omdat ze de hik had en in ons ziekenhuis is overleden.- Her mother, who came to you with a case of hiccups and died in our hospital.
- Ik bepaal wat geldt als een aanval. Als je bijvoorbeeld hikt.I'll decide what is and isn't an attack, like, say, a hiccup.
Als je nog één keer hikt, schiet ik je dood met Randy's pistool.Natalie, if you hiccup again, I'm gonna take Randy's gun and shoot you.
Een koningin hikt niet.Queens don't hiccup.
Elke keer dat hij hikt of boert moeten we er eentje drinken.Every time he hiccups or burps, we must have one ourselves.
Ik ben heel erg bang dat het de Koningin van Egypte is die hikt.I'm very much afraid it's the Queen of Egypt who's hiccupping.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bakken
bake
bekken
do
bikken
do
bokken
sulk
bukken
stoop
dekken
cover
dikken
thick
dokken
cough up
fikken
do
fokken
breed
gakken
honk
gekken
do
gokken
gamble
hacken
do
hakken
cut

Similar but longer

ophikken
do
schikken
suit

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'hiccup':

None found.
Learning languages?