Bestelen (to rob) conjugation

Dutch
23 examples

Conjugation of bestelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
besteel
I rob
besteelt
you rob
besteelt
he/she/it robs
bestelen
we rob
bestelen
you all rob
bestelen
they rob
Present perfect tense
heb bestolen
I have robbed
hebt bestolen
you have robbed
heeft bestolen
he/she/it has robbed
hebben bestolen
we have robbed
hebben bestolen
you all have robbed
hebben bestolen
they have robbed
Past tense
bestal
I robbed
bestal
you robbed
bestal
he/she/it robbed
bestalen
we robbed
bestalen
you all robbed
bestalen
they robbed
Future tense
zal bestelen
I will rob
zult bestelen
you will rob
zal bestelen
he/she/it will rob
zullen bestelen
we will rob
zullen bestelen
you all will rob
zullen bestelen
they will rob
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bestelen
I would rob
zou bestelen
you would rob
zou bestelen
he/she/it would rob
zouden bestelen
we would rob
zouden bestelen
you all would rob
zouden bestelen
they would rob
Subjunctive mood
bestele
I rob
bestele
you rob
bestele
he/she/it rob
bestele
we rob
bestele
you all rob
bestele
they rob
Past perfect tense
had bestolen
I had robbed
had bestolen
you had robbed
had bestolen
he/she/it had robbed
hadden bestolen
we had robbed
hadden bestolen
you all had robbed
hadden bestolen
they had robbed
Future perf.
zal bestolen hebben
I will have robbed
zal bestolen hebben
you will have robbed
zal bestolen hebben
he/she/it will have robbed
zullen bestolen hebben
we will have robbed
zullen bestolen hebben
you all will have robbed
zullen bestolen hebben
they will have robbed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bestolen hebben
I would have robbed
zou bestolen hebben
you would have robbed
zou bestolen hebben
he/she/it would have robbed
zouden bestolen hebben
we would have robbed
zouden bestolen hebben
you all would have robbed
zouden bestolen hebben
they would have robbed
Du
Ihr
Imperative mood
besteel
rob
besteelt
rob

Examples of bestelen

Example in DutchTranslation in English
'n Poging ons te bestelen is zo zinloos dat alleen 'n dwaas 't zou proberen.Exactly. The truth is... to try robbing us would be so futile... that only a complete fool would attempt it.
- Anders bestelen ze u.- I didn't want you to get robbed.
- De volgende aan 't bestelen, lijkt me.Probably ripping somebody else off.
- Die klootzak probeerde mij te bestelen, Marge.- I caught him trying to rob me.
- Je wilde me bestelen.Sideways? You tried to rob me.
- Hij besteelt je.- He robs you.
- Niemand besteelt je.Look,nobody's robbing you. calm down.
De stamhoofden hebben openlijk toegegeven dat ze het reservaat besteelt... ze steekt al de winst van het casino in eigen zak.The tribal leaders have said publicly that she robs the reservation, she pockets all of the casino's profits.
Die vrouw besteelt je.This woman robs you blind, okay?
Dus Orin besteelt zijn baas.Therefore Orin rob its boss.
"Als de meester wist wanneer de dief komt, zou hij niet bestolen worden.""If the master knew when the thief will come, he would not be robbed."
"Bedrogen, verraden, bedrogen, of bestolen? ""deceived, betrayed, scammed, cheated, or robbed"?
"Een wapenhandel bestolen in Reso". Goeie genade."A gun store robbed in Raisio." Bloody hell.
- Dan ben je bestolen.-You got robbed.
- Dan zijn jullie bestolen.Then you got robbed.
- Ik bestal hem bijna toen hij nog geld had.You know Aubrey? Oh, I almost robbed him once when he had money.
Hij bestal me.He robbed me.
Hij was de man die me bestal.He was the man that robbed me.
Ik bestal Agrado om naar Argentinië te gaan.I robbed Agrado to pay my ticket to Argentina.
Louise Willet bestal de mensen voor wie ze moest zorgen.Louise Willet robbed the very people she was supposed to be taking care of.
De jongen zal nooit weten wie hij is of hoe we hem bestalen.The boy will never know who he is or how we robbed him.
Jullie bestalen mijn ouders, niet?You robbed my parents, didn't you?
Een droom van een oude man in een donkere kamer, slapende mensen bestelend van hun goud.A dream of an old man in a darkened room' robbing sleepers of their gold.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afstelen
do
battelen
do
bedoelen
mean
beitelen
chisel
bekoelen
cool
bengelen
do
bespelen
play
besteden
spend
besteken
do
bestoken
harass
besturen
pollinate
beugelen
do
beurelen
do
beuzelen
trifle
bevoelen
fumble

Similar but longer

bestellen
order
bestoelen
best stools

Random

beoorlogen
make war
bereizen
get around
berichten
communicate
beslaan
cover
beslissen
decide
besnoeien
cut
besteken
do
bestellen
order
betegelen
tile
betrappen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'rob':

None found.
Learning languages?