Zuipen (to guzzle) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of zuipen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zuip
I guzzle
zuipt
you guzzle
zuipt
he/she/it guzzles
zuipen
we guzzle
zuipen
you all guzzle
zuipen
they guzzle
Present perfect tense
heb gezopen
I have guzzled
hebt gezopen
you have guzzled
heeft gezopen
he/she/it has guzzled
hebben gezopen
we have guzzled
hebben gezopen
you all have guzzled
hebben gezopen
they have guzzled
Past tense
zoop
I guzzled
zoop
you guzzled
zoop
he/she/it guzzled
zopen
we guzzled
zopen
you all guzzled
zopen
they guzzled
Future tense
zal zuipen
I will guzzle
zult zuipen
you will guzzle
zal zuipen
he/she/it will guzzle
zullen zuipen
we will guzzle
zullen zuipen
you all will guzzle
zullen zuipen
they will guzzle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zuipen
I would guzzle
zou zuipen
you would guzzle
zou zuipen
he/she/it would guzzle
zouden zuipen
we would guzzle
zouden zuipen
you all would guzzle
zouden zuipen
they would guzzle
Subjunctive mood
zuipe
I guzzle
zuipe
you guzzle
zuipe
he/she/it guzzle
zuipe
we guzzle
zuipe
you all guzzle
zuipe
they guzzle
Past perfect tense
had gezopen
I had guzzled
had gezopen
you had guzzled
had gezopen
he/she/it had guzzled
hadden gezopen
we had guzzled
hadden gezopen
you all had guzzled
hadden gezopen
they had guzzled
Future perf.
zal gezopen hebben
I will have guzzled
zal gezopen hebben
you will have guzzled
zal gezopen hebben
he/she/it will have guzzled
zullen gezopen hebben
we will have guzzled
zullen gezopen hebben
you all will have guzzled
zullen gezopen hebben
they will have guzzled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezopen hebben
I would have guzzled
zou gezopen hebben
you would have guzzled
zou gezopen hebben
he/she/it would have guzzled
zouden gezopen hebben
we would have guzzled
zouden gezopen hebben
you all would have guzzled
zouden gezopen hebben
they would have guzzled
Du
Ihr
Imperative mood
zuip
guzzle
zuipt
guzzle

Examples of zuipen

Example in DutchTranslation in English
- Zin om te zuipen, buddy?Care for a guzzle, buddy?
Dan denk ik dat jij je niet uitgeblust voelt... door de menselijke miserie en wanhoop... veroorzaakt door het crimineel gespuis... dat iedere porie van deze aftakelende stad teistert, en je noodzaakt om goedkope wijn en nog goedkopere whisky te zuipen... om de pijn te verzachten die je hart verbrijzelt, je ziel verscheurt, je dagen voor altijd somber houdt.I guess you don't feel burned out... by the human misery and despair... perpetrated by the criminal vermin... that infest every pore of this decaying city... forcing you to guzzle cheap wine and cheaper whiskey... to dull the pain that shatters your heart... rips at your soul, keeps your days forever gray.
Dat onze kinderen geen suiker en chemicaliën moeten zuipen?That our children shouldn't guzzle sugar and chemicals?
En ons schuldige vrije heupbroeken gaf, die 'n baseball petje dragen... en bier zuipen met de liters.And gave us guilty liberal hipsters who wear trucker hats and guzzle down
Is er één van jullie mannen goed in zuipen?Can any one of you little children guzzle a small pint of beer?
Het is oké dat je auto benzine zuipt als je daarmee meiden krijgt.It is okay to drive a gas guzzler if it helps you get babes.
Jij bent 1001 jaar oud en zuipt bloed.You are, like, 1,001 years old and guzzle blood.
Jullie hebben gezopen en gevreten, hè?Swilled liquor and guzzled food, haven't you?
Benzine zuipend, luchtvervuilend speelgoed voor oude kinderen.Just a lot of gas-guzzling, air-polluting toys for overgrown kids.
Ik heb het over bier-zuipend, vrachtwagen-rijdend, ordinair... boerend, bijtend papiergeld.I'm talking about beer-guzzling, truck-driving, low-riding belching, biting, folding money.
Ja, je ziet er niet uit. Alsof je de hele nacht uit was, alcohol zuipend en al je hersencellen dodend.Yeah, you look trashed, like you were out all night guzzling alcohol and killing all your brain cells.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

kuipen
do
zappen
zap
zijpen
side pin
zippen
do
zuigen
suck
zuimen
do
zullen
shall
zulten
pot
zwepen
encourage

Similar but longer

afzuipen
do
bezuipen
do
opzuipen
mop up

Random

wijzen
point
zamelen
gather
zieden
do
zoelen
do
zoenen
kiss
zonnebaden
sunbathe
zuimen
do
zuiveren
purify
zwendelen
swim
zwerven
roam

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'guzzle':

None found.
Learning languages?