Zuimen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of zuimen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zuim
I do
zuimt
you do
zuimt
he/she/it does
zuimen
we do
zuimen
you all do
zuimen
they do
Present perfect tense
heb gezuimd
I have done
hebt gezuimd
you have done
heeft gezuimd
he/she/it has done
hebben gezuimd
we have done
hebben gezuimd
you all have done
hebben gezuimd
they have done
Past tense
zuimde
I did
zuimde
you did
zuimde
he/she/it did
zuimden
we did
zuimden
you all did
zuimden
they did
Future tense
zal zuimen
I will do
zult zuimen
you will do
zal zuimen
he/she/it will do
zullen zuimen
we will do
zullen zuimen
you all will do
zullen zuimen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zuimen
I would do
zou zuimen
you would do
zou zuimen
he/she/it would do
zouden zuimen
we would do
zouden zuimen
you all would do
zouden zuimen
they would do
Subjunctive mood
zuime
I do
zuime
you do
zuime
he/she/it do
zuime
we do
zuime
you all do
zuime
they do
Past perfect tense
had gezuimd
I had done
had gezuimd
you had done
had gezuimd
he/she/it had done
hadden gezuimd
we had done
hadden gezuimd
you all had done
hadden gezuimd
they had done
Future perf.
zal gezuimd hebben
I will have done
zal gezuimd hebben
you will have done
zal gezuimd hebben
he/she/it will have done
zullen gezuimd hebben
we will have done
zullen gezuimd hebben
you all will have done
zullen gezuimd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezuimd hebben
I would have done
zou gezuimd hebben
you would have done
zou gezuimd hebben
he/she/it would have done
zouden gezuimd hebben
we would have done
zouden gezuimd hebben
you all would have done
zouden gezuimd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
zuim
do
zuimt
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

duimen
do
luimen
do
puimen
pumice
ruimen
vacate
zoemen
buzz
zoomen
zoom
zuigen
suck
zuipen
guzzle
zullen
shall
zulten
pot
zwemen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

wuiven
wave
zeilderen
sail approach
zien
see
zoekraken
mislay
zomen
hem
zuidelijken
do
zuigen
suck
zuipen
guzzle
zwanzen
do
zwijgen
be quiet

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?