Zippen (to do) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of zippen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zip
I do
zipt
you do
zipt
he/she/it does
zippen
we do
zippen
you all do
zippen
they do
Present perfect tense
heb gezipt
I have done
hebt gezipt
you have done
heeft gezipt
he/she/it has done
hebben gezipt
we have done
hebben gezipt
you all have done
hebben gezipt
they have done
Past tense
zipte
I did
zipte
you did
zipte
he/she/it did
zipten
we did
zipten
you all did
zipten
they did
Future tense
zal zippen
I will do
zult zippen
you will do
zal zippen
he/she/it will do
zullen zippen
we will do
zullen zippen
you all will do
zullen zippen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zippen
I would do
zou zippen
you would do
zou zippen
he/she/it would do
zouden zippen
we would do
zouden zippen
you all would do
zouden zippen
they would do
Subjunctive mood
zippe
I do
zippe
you do
zippe
he/she/it do
zippe
we do
zippe
you all do
zippe
they do
Past perfect tense
had gezipt
I had done
had gezipt
you had done
had gezipt
he/she/it had done
hadden gezipt
we had done
hadden gezipt
you all had done
hadden gezipt
they had done
Future perf.
zal gezipt hebben
I will have done
zal gezipt hebben
you will have done
zal gezipt hebben
he/she/it will have done
zullen gezipt hebben
we will have done
zullen gezipt hebben
you all will have done
zullen gezipt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezipt hebben
I would have done
zou gezipt hebben
you would have done
zou gezipt hebben
he/she/it would have done
zouden gezipt hebben
we would have done
zouden gezipt hebben
you all would have done
zouden gezipt hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
zip
do
zipt
do

Examples of zippen

Example in DutchTranslation in English
! Ja. - Klaar om te zippen?- Ready to do some zipping'?
De enige manier naar benenden is zippen.Our only way down is to zip down.
De kans dat een chipmunk gewond raakt door een zip-line is één op zes.Okay, calm down. I get bitten probably twice a day by these little fellows and I am still completely normal.
Het is onze eerste dag in Cabo en we hebben nog zoveel te doen... als zip-line door de jungle en winkelen in de Mercado.It's our first day in Cabo, we have so much to do. Like zip-line in the jungle and shopping in the mercado.
Hij gaat op en neer in de geschiedenis, zip zip zip zip zip, in de knel zittend.Up and down history he goes, zip zip zip zip zip, getting into scrapes.
Ik zip zap zep even door de hal.To zap- - A-dee doo-dah into the hall.
Ja meneer, dit is hier één van die zip-a-dee-do-dah dagen.Yes sir, this here's one of them zip-a-dee-do-dah days.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

deppen
dab
dippen
dip
doppen
pod
feppen
do
foppen
sparkle
gappen
filch
happen
go on the blink
hippen
do
hoppen
do
huppen
do
kappen
do
kippen
do
koppen
couple
lappen
patch
leppen
sip

Similar but longer

unzippen
unzip

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?