Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Zaaien (to sow) conjugation

Dutch
24 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zaai
zaait
zaait
zaaien
zaaien
zaaien
Present perfect tense
heb gezaaid
hebt gezaaid
heeft gezaaid
hebben gezaaid
hebben gezaaid
hebben gezaaid
Past tense
zaaide
zaaide
zaaide
zaaiden
zaaiden
zaaiden
Future tense
zal zaaien
zult zaaien
zal zaaien
zullen zaaien
zullen zaaien
zullen zaaien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zaaien
zou zaaien
zou zaaien
zouden zaaien
zouden zaaien
zouden zaaien
Subjunctive mood
zaaie
zaaie
zaaie
zaaie
zaaie
zaaie
Past perfect tense
had gezaaid
had gezaaid
had gezaaid
hadden gezaaid
hadden gezaaid
hadden gezaaid
Future perf.
zal gezaaid hebben
zal gezaaid hebben
zal gezaaid hebben
zullen gezaaid hebben
zullen gezaaid hebben
zullen gezaaid hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezaaid hebben
zou gezaaid hebben
zou gezaaid hebben
zouden gezaaid hebben
zouden gezaaid hebben
zouden gezaaid hebben
Du
Ihr
Imperative mood
zaai
zaait

Examples of zaaien

Example in DutchTranslation in English
"De boeren zaaien."The farmers sow.
"Lente is het seizoen om te zaaien."Spring is the season to sow.
"We oogsten wat we zaaien".We reap just what we sow.
'Wij zaaien niet'. Sterk."We do not sow." Strong.
- Die is koren aan 't zaaien in het veld.- Out sowing.
Ik zaai liever een akker met zout dan dat ik ten strijde trek.I'd rather plow a field and sow it with salt than go to war.
Om nog een ramp te voorkomen... zaai jij het zaad voor een nog wredere.In trying to prevent one disaster, you're sowing the seeds for an even crueler one.
"Wie rampspoed zaait, zal het ook oogsten.""They that sow wickedness, reap the same."
'Audrey, wat je zaait, zul je oogsten."Audrey, As ye sow, so shall ye reap.
'Wie zaait zal oogsten.'Thanks. - "Now reap what you've sown."
- Prachtige dingen staan te gebeuren als je het zaad van wantrouwen zaait in een tuin vol klootzakken.- Wonderful things can happen when you sow seeds of distrust in a garden of assholes.
...wat de mens zaait. Dat zal hij ook oogsten.For whatsoever a man soweth, that shall he also reap.
"Vanaf hier ziet u het zaad dat gezaaid is."From here, you will see the seed that's been sown.
Als ik praat over Hector, is het over gedeeld enthousiasme, passie, in vervoering raken.. en zaadjes gezaaid van toekomstige oogst.If I speak of Hector, it is of enthusiasm shared, passion conveyed and seeds sown of future harvest.
Dus hij oogst wat hij gezaaid heeft.So yay. Let him reap what he's sown.
En Thøger heeft geëgd, geploegd, gezaaid en geoogst, zijn hele leven lang en hij kent iedere rots en wortel op het landgoed.And Thoeger has harrowed and ploughed and sown and harvested the land all his life and he knows every rock and root on the estate.
Gewassen kunnen opnieuw worden gezaaid, huizen herbouwd.Crops can be resown homes rebuilt.
De vader was een boer daar, zaaide hij haver.Dad was a farmer there, he sowed oats.
En ze zaaide het zaad van angst in het leven van de kinderen.And she sowed a seed of fear in the children's lives.
Hij zaaide achterdocht, en zorgde ervoor dat ik precies op het juiste moment aankwam.He sowed the seeds of suspicion, and made sure that I arrived at just the right time.
Ik zaaide de zaden... en keek hoe ze groeiden.I sowed the seeds... and watched them grow.
Maar ik zaaide veel zaadjes tijdens die jaren in de klas.But I sowed many seeds during those years in the classroom.
vrouwen en mannen, groot en klein, gaven om niets of niemand ze zaaiden nee, oogstten nee zon, maan, sterren, regen kinderen gisten tot ze groot waren en niks meer wisten"Women and men Both little and small Cared for anyone not at all They sowed their isn't They reaped their same
ze zaaiden louter zaad van bedrog wat zou uitgroeien om de trots van mijn volk mee te laten wegbloeden!They merely sowed the seeds of betrayal that would grow to bleed away my people's pride!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

haaien
do
kaaien
do
laaien
blaze
maaien
mow
naaien
sew
paaien
spawn
raaien
do
waaien
blow
zabben
do
zakken
descend
zalven
anoint
zanden
do
zanten
do
zappen
zap

Similar but longer

bezaaien
sow
inzaaien
sow
zwaaien
sway

Random

wegstrijken
do
welgaan
be well
wijden
dedicate
wokken
do
wonden
wound
yellen
do
zabbelen
do
zamelen
gather
zenden
leather
ziek melden
call in sick

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sow':

None found.