Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Veteren (to do) conjugation

Dutch
5 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
veter
vetert
vetert
veteren
veteren
veteren
Present perfect tense
heb geveterd
hebt geveterd
heeft geveterd
hebben geveterd
hebben geveterd
hebben geveterd
Past tense
veterde
veterde
veterde
veterden
veterden
veterden
Future tense
zal veteren
zult veteren
zal veteren
zullen veteren
zullen veteren
zullen veteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou veteren
zou veteren
zou veteren
zouden veteren
zouden veteren
zouden veteren
Subjunctive mood
vetere
vetere
vetere
vetere
vetere
vetere
Past perfect tense
had geveterd
had geveterd
had geveterd
hadden geveterd
hadden geveterd
hadden geveterd
Future perf.
zal geveterd hebben
zal geveterd hebben
zal geveterd hebben
zullen geveterd hebben
zullen geveterd hebben
zullen geveterd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geveterd hebben
zou geveterd hebben
zou geveterd hebben
zouden geveterd hebben
zouden geveterd hebben
zouden geveterd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
veter
vetert

Examples of veteren

Example in DutchTranslation in English
- En het geld dat je wint, pak ik af - Bind je veter.- And the money that you do win, I'll jack you for it, fool.
- Ik knoopte m'n veter, en weg was je.You were hiding. I bent down to tie my shoe.
Als je langs de auto loopt, merk je ineens je losse veter op.As you're walking past the car, you look down-- "Oh, hey, darn, my shoe's untied."
Bindt je veter, wat dan ook.Bend down. Tie your shoe, whatever.
De veter is er nog, maar het lijkt niet op platinum.String's not missing, but it doesn't look like platinum.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

acteren
act
afteren
do
beteren
mend
boteren
butter
citeren
quote
dateren
date
doteren
dope
enteren
inoculate
etteren
suppurate
fêteren
do
interen
sinter
koteren
do
muteren
do
noteren
note
onteren
dishonour

Similar but longer

vegeteren
vegetate
versteren
do
verteren
digest
voeteren
go on foot

Random

verweken
soften
verzegelen
seal
verzengen
send
verzorgen
look after
verzuchten
sigh
verzwakken
weaken
vestigen
establish
vetmesten
fatten
vijzelen
jack
vlieden
fleet

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.