Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

verloven

to be reading

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of verloven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verloof
I am reading
verlooft
you are reading
verlooft
he/she/it is reading
verloven
we are reading
verloven
you all are reading
verloven
they are reading
Present perfect tense
heb verloofd
I have been reading
hebt verloofd
you have been reading
heeft verloofd
he/she/it has been reading
hebben verloofd
we have been reading
hebben verloofd
you all have been reading
hebben verloofd
they have been reading
Past tense
verloofde
I was reading
verloofde
you were reading
verloofde
he/she/it was reading
verloofden
we were reading
verloofden
you all were reading
verloofden
they were reading
Future tense
zal verloven
I will be reading
zult verloven
you will be reading
zal verloven
he/she/it will be reading
zullen verloven
we will be reading
zullen verloven
you all will be reading
zullen verloven
they will be reading
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verloven
I would be reading
zou verloven
you would be reading
zou verloven
he/she/it would be reading
zouden verloven
we would be reading
zouden verloven
you all would be reading
zouden verloven
they would be reading
Subjunctive mood
verlove
I am reading
verlove
you are reading
verlove
he/she/it be reading
verlove
we are reading
verlove
you all are reading
verlove
they are reading
Past perfect tense
had verloofd
I had been reading
had verloofd
you had been reading
had verloofd
he/she/it had been reading
hadden verloofd
we had been reading
hadden verloofd
you all had been reading
hadden verloofd
they had been reading
Future perf.
zal verloofd hebben
I will have been reading
zal verloofd hebben
you will have been reading
zal verloofd hebben
he/she/it will have been reading
zullen verloofd hebben
we will have been reading
zullen verloofd hebben
you all will have been reading
zullen verloofd hebben
they will have been reading
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verloofd hebben
I would have been reading
zou verloofd hebben
you would have been reading
zou verloofd hebben
he/she/it would have been reading
zouden verloofd hebben
we would have been reading
zouden verloofd hebben
you all would have been reading
zouden verloofd hebben
they would have been reading
Du
Ihr
Imperative mood
verloof
be reading
verlooft
be reading