Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Vasten (to do) conjugation

Dutch
16 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vast
vast
vast
vasten
vasten
vasten
Present perfect tense
heb gevast
hebt gevast
heeft gevast
hebben gevast
hebben gevast
hebben gevast
Past tense
vastte
vastte
vastte
vastten
vastten
vastten
Future tense
zal vasten
zult vasten
zal vasten
zullen vasten
zullen vasten
zullen vasten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vasten
zou vasten
zou vasten
zouden vasten
zouden vasten
zouden vasten
Subjunctive mood
vaste
vaste
vaste
vaste
vaste
vaste
Past perfect tense
had gevast
had gevast
had gevast
hadden gevast
hadden gevast
hadden gevast
Future perf.
zal gevast hebben
zal gevast hebben
zal gevast hebben
zullen gevast hebben
zullen gevast hebben
zullen gevast hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevast hebben
zou gevast hebben
zou gevast hebben
zouden gevast hebben
zouden gevast hebben
zouden gevast hebben
Du
Ihr
Imperative mood
vast
vast

Examples of vasten

Example in DutchTranslation in English
Alleen de doden vasten. Wij leven nog.Only the dead do fasting ... and we're still alive.
Dan moeten de krabben vasten tot het volgende kadaver naar beneden komt.The crabs will have to fast, until the next carcass drifts down.
Dat is raar. Van vasten verzwak je.That doesn't make any sense.
De vinger van de eerste persoon die zich niet aan zijn vasten belofte houd.The finger of the first person who doesn't keep their Lenten promise.
Dus jij en Greg plannen het spelen met de kont op te geven voor de vasten?So do you and Greg plan to give up butt play for Lent?
"Als ik het niet weggeef, hoe hou ik de aandacht vast? ""If I don't give it away, how do I keep my man interested?"
"Buttercup" is vast niet belangrijk voor me.Somehow, I doubt 'Buttercup' has much relevance to me.
"Dat zal vast wel lukken." Wat houdt dat in?Taxi! "I'm sure I will." What does that mean?
"Doctor" is vast Latijn voor dief.Calvin, I think "doctor" is a Latin word for "thief."
"Geen idee, want ik zit vast aan een kleine speelgoed over.""I don't know, because I'm shackled to a tiny toy stove." Calm down, grandma.
Weet je nog toen ik vastte in Idaho ?You remember that fast that I did in Idaho?
'Om rond te kunnen komen, heeft ze nog een paar vaste klanten.'To keep the wolf from the door she still sees a couple of regulars.
- Een aanbetaling om vaste klant te worden.A down payment on a Hankmed retainer.
- Geen vaste baan, maar 't is oke.- Ain't no payroll job, but it'll do.
- Het signaal is hier zwak. Er hangt daar wel een vaste telefoon.Um, we don't get much service in the sub-basement, but there's a landline on the wall if you need it.
- Hij is een vaste klant bij de winkel.He's a regular over at the shop. Take her down!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

casten
cast
eesten
kiln
gisten
ferment
hosten
host
kisten
coffin
kosten
cost
lasten
do
lusten
do
masten
mast
mesten
fertilize
misten
be foggy
nesten
nest
pesten
pester
posten
post
resten
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

uitstappen
stamp
uitvallen
fall out
uitvegen
wipe out
vaccineren
vaccinate
vaderen
father and
varen
sail
vastdrukken
press firmly
vastgespen
buckle
vastklemmen
clamp
vastzetten
affix

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.