Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitkomen (to boil) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of uitkomen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kom uit
I boil
komt uit
you boil
komt uit
he/she/it boils
komen uit
we boil
komen uit
you all boil
komen uit
they boil
Present perfect tense
heb uitgekomen
I have boiled
hebt uitgekomen
you have boiled
heeft uitgekomen
he/she/it has boiled
hebben uitgekomen
we have boiled
hebben uitgekomen
you all have boiled
hebben uitgekomen
they have boiled
Past tense
kwam uit
I boiled
kwam uit
you boiled
kwam uit
he/she/it boiled
kwamen uit
we boiled
kwamen uit
you all boiled
kwamen uit
they boiled
Future tense
zal uitkomen
I will boil
zult uitkomen
you will boil
zal uitkomen
he/she/it will boil
zullen uitkomen
we will boil
zullen uitkomen
you all will boil
zullen uitkomen
they will boil
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitkomen
I would boil
zou uitkomen
you would boil
zou uitkomen
he/she/it would boil
zouden uitkomen
we would boil
zouden uitkomen
you all would boil
zouden uitkomen
they would boil
Subjunctive mood
kome uit
I boil
kome uit
you boil
kome uit
he/she/it boil
kome uit
we boil
kome uit
you all boil
kome uit
they boil
Past perfect tense
had uitgekomen
I had boiled
had uitgekomen
you had boiled
had uitgekomen
he/she/it had boiled
hadden uitgekomen
we had boiled
hadden uitgekomen
you all had boiled
hadden uitgekomen
they had boiled
Future perf.
zal uitgekomen hebben
I will have boiled
zal uitgekomen hebben
you will have boiled
zal uitgekomen hebben
he/she/it will have boiled
zullen uitgekomen hebben
we will have boiled
zullen uitgekomen hebben
you all will have boiled
zullen uitgekomen hebben
they will have boiled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgekomen hebben
I would have boiled
zou uitgekomen hebben
you would have boiled
zou uitgekomen hebben
he/she/it would have boiled
zouden uitgekomen hebben
we would have boiled
zouden uitgekomen hebben
you all would have boiled
zouden uitgekomen hebben
they would have boiled
Present bijzin tense
uitkom
I boil
uitkomt
you boil
uitkomt
he/she/it boils
uitkomen
we boil
uitkomen
you all boil
uitkomen
they boil
Past bijzin tense
uitkwam
I boiled
uitkwam
you boiled
uitkwam
he/she/it boiled
uitkwamen
we boiled
uitkwamen
you all boiled
uitkwamen
they boiled
Future bijzin tense
zal uitkomen
I will boil
zult uitkomen
you will boil
zal uitkomen
he/she/it will boil
zullen uitkomen
we will boil
zullen uitkomen
you all will boil
zullen uitkomen
they will boil
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitkomen
I would boil
zou uitkomen
you would boil
zou uitkomen
he/she/it would boil
zouden uitkomen
we would boil
zouden uitkomen
you all would boil
zouden uitkomen
they would boil
Subjunctive bijzin mood
uitkome
I boil
uitkome
you boil
uitkome
he/she/it boil
uitkome
we boil
uitkome
you all boil
uitkome
they boil
Du
Ihr
Imperative mood
kom uit
boil
komt uit
boil

Examples of uitkomen

Example in DutchTranslation in English
Daar zal het uiteindelijk toch op uitkomen.That's what it's gonna boil down to, isn't it?
De Engelsen komen uit hun loopgraven aanrennen... om me te betalen voor gekookt water.The English come from trenches... to pay me any amount of money to boil their water.
Je ingewanden komen uit je ogen zoals een vulkaan op een wetenschapsbeurs!Your insides will boil out of your eye sockets like a science fair volcano!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontkomen
escape
uitbomen
do
uitkepen
do
uitkeren
do
uitkoken
boil
uitkopen
boil
uitnemen
take out

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'boil':

None found.