toetsen

- Absoluut niet. Kunnen we je theorie dan later toetsen?

Would it be possible to test your theory a little later this morning?

- B.A. Wil die theorie toetsen.

You may get B.A. to test out your theory... a little earlier than you planned.

- Die kan ik nu mooi toetsen. - Mooi.

I thought this would be a good time to test it.

- Die kennis gaan wij nu toetsen.

Well, this is where we put that knowledge to the test,

- Ik wil een theorie toetsen.

I have a little theory I wish to test. Is anyone's life at stake?

'Juanita heeft vandaag een belangrijke wiskunde toets. '... 'Ze weet al weken van die toets... '... 'maar ze heeft niet gestudeerd. '...

"Juanita has an important math test today.

'Om te voorkomen dat ze zakt... besluit Juanita om... '... 'vals te spelen bij de toets. '

"She's known about the test for several weeks, but has not studied. "In order to keep from failing, Juanita decides to cheat on the math test."

- Alleen een toets leren.

- Just a test to study for.

- Bedoel je niet, "Rachel, hoe ging je toets?"

Don't you mean, "hey, Rachel, how did your test go?"

- Bereid je je zo op een toets voor?

-Is this how you prepare for a test? -well, yeah, sort of.

Iedereen moet zijn boek lezen en toetst het niet.

He makes everybody read his books and then doesn't even test on them.

Je toetst de code in.

You test the code.

Vanwege de toetst?

Is this about the test?

Feiten die kunnen worden voorspeld, getoetst en bewezen.

facts that can be predicted, tested, and proven.

Ze wil dat hij getoetst wordt?

She wants to get him tested?

Ze zei dat ze getoetst zou worden.

- No! She told me she'd be tested.

Ja, het zijn allemaal normaal ingevulde toetse.

Yeah, these are all normally filled out tests.