Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Terugvuren (to return fire) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of terugvuren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vuur terug
I return fire
vuurt terug
you return fire
vuurt terug
he/she/it returns fire
vuren terug
we return fire
vuren terug
you all return fire
vuren terug
they return fire
Present perfect tense
heb teruggevuurd
I have returned fire
hebt teruggevuurd
you have returned fire
heeft teruggevuurd
he/she/it has returned fire
hebben teruggevuurd
we have returned fire
hebben teruggevuurd
you all have returned fire
hebben teruggevuurd
they have returned fire
Past tense
vuurde terug
I returned fire
vuurde terug
you returned fire
vuurde terug
he/she/it returned fire
vuurden terug
we returned fire
vuurden terug
you all returned fire
vuurden terug
they returned fire
Future tense
zal terugvuren
I will return fire
zult terugvuren
you will return fire
zal terugvuren
he/she/it will return fire
zullen terugvuren
we will return fire
zullen terugvuren
you all will return fire
zullen terugvuren
they will return fire
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou terugvuren
I would return fire
zou terugvuren
you would return fire
zou terugvuren
he/she/it would return fire
zouden terugvuren
we would return fire
zouden terugvuren
you all would return fire
zouden terugvuren
they would return fire
Subjunctive mood
vure terug
I return fire
vure terug
you return fire
vure terug
he/she/it return fire
vure terug
we return fire
vure terug
you all return fire
vure terug
they return fire
Past perfect tense
had teruggevuurd
I had returned fire
had teruggevuurd
you had returned fire
had teruggevuurd
he/she/it had returned fire
hadden teruggevuurd
we had returned fire
hadden teruggevuurd
you all had returned fire
hadden teruggevuurd
they had returned fire
Future perf.
zal teruggevuurd hebben
I will have returned fire
zal teruggevuurd hebben
you will have returned fire
zal teruggevuurd hebben
he/she/it will have returned fire
zullen teruggevuurd hebben
we will have returned fire
zullen teruggevuurd hebben
you all will have returned fire
zullen teruggevuurd hebben
they will have returned fire
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggevuurd hebben
I would have returned fire
zou teruggevuurd hebben
you would have returned fire
zou teruggevuurd hebben
he/she/it would have returned fire
zouden teruggevuurd hebben
we would have returned fire
zouden teruggevuurd hebben
you all would have returned fire
zouden teruggevuurd hebben
they would have returned fire
Present bijzin tense
terugvuur
I return fire
terugvuurt
you return fire
terugvuurt
he/she/it returns fire
terugvuren
we return fire
terugvuren
you all return fire
terugvuren
they return fire
Past bijzin tense
terugvuurde
I returned fire
terugvuurde
you returned fire
terugvuurde
he/she/it returned fire
terugvuurden
we returned fire
terugvuurden
you all returned fire
terugvuurden
they returned fire
Future bijzin tense
zal terugvuren
I will return fire
zult terugvuren
you will return fire
zal terugvuren
he/she/it will return fire
zullen terugvuren
we will return fire
zullen terugvuren
you all will return fire
zullen terugvuren
they will return fire
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou terugvuren
I would return fire
zou terugvuren
you would return fire
zou terugvuren
he/she/it would return fire
zouden terugvuren
we would return fire
zouden terugvuren
you all would return fire
zouden terugvuren
they would return fire
Subjunctive bijzin mood
terugvure
I return fire
terugvure
you return fire
terugvure
he/she/it return fire
terugvure
we return fire
terugvure
you all return fire
terugvure
they return fire
Du
Ihr
Imperative mood
vuur terug
return fire
vuurt terug
return fire

Examples of terugvuren

Example in DutchTranslation in English
- Voorste posities terugvuren.Forward rail positions, return fire!
Dit gaat de verkeerde kant op, we moeten terugvuren.It's going to give! We got to return fire!
Fasekanonnen, terugvuren.Phase-cannons, return fire.
Lasers instellen en terugvuren.- Lock phasers and return fire!
Moet ik terugvuren?Should l return fire?
Gebruik de railgeweren, vuur terug.Forward rail guns, return fire.
Opstaan, Rickford. Verman je en vuur terug.Get off your ass and return fire!
Rickford, ga verdomme uit dit voertuig en vuur terug, nu.Rickford, get your ass out of this vehicle and return fire, now!
Hij vuurde één keer in mijn richting en ik vuurde terug. Begrepen.He fired once in my direction and I returned fire.
Sergeant Dunn vuurde terug en raakte Mr. Moore twee keer, en jullie verdachte zakte hier in elkaar.Sergeant Dunn returned fire, hitting Mr. Moore twice, and your suspect collapsed right here.
en ik vuurde terug en schoot hem neer.And I returned fire, and I dropped him.
We vuurden terug en schoten de kop van een ezel eraf.We returned fire, blew a donkey's head off.
We vuurden terug.We returned fire.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

terugkeren
return
terugveren
rebound

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

tapen
tap
terugbetalen
repay
terugkaatsen
rebound
terugpakken
back packs
terugspoelen
rewind
terugvoeren
lead back
terugvragen
reclaim
terugwensen
back wishes
terugwerken
react
terugzakken
back pockets

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'return fire':

None found.