Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Terugjagen (to back hunting) conjugation

Dutch

Conjugation of terugjagen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
jaag terug
I back hunting
jaagt terug
you back hunting
jaagt terug
he/she/it backs hunting
jagen terug
we back hunting
jagen terug
you all back hunting
jagen terug
they back hunting
Present perfect tense
heb teruggejaagd
I have backed hunting
hebt teruggejaagd
you have backed hunting
heeft teruggejaagd
he/she/it has backed hunting
hebben teruggejaagd
we have backed hunting
hebben teruggejaagd
you all have backed hunting
hebben teruggejaagd
they have backed hunting
Past tense
jaagde terug;joeg terug
I backed hunting
jaagde terug;joeg terug
you backed hunting
jaagde terug;joeg terug
he/she/it backed hunting
jaagden terug;joegen terug
we backed hunting
jaagden terug;joegen terug
you all backed hunting
jaagden terug;joegen terug
they backed hunting
Future tense
zal terugjagen
I will back hunting
zult terugjagen
you will back hunting
zal terugjagen
he/she/it will back hunting
zullen terugjagen
we will back hunting
zullen terugjagen
you all will back hunting
zullen terugjagen
they will back hunting
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou terugjagen
I would back hunting
zou terugjagen
you would back hunting
zou terugjagen
he/she/it would back hunting
zouden terugjagen
we would back hunting
zouden terugjagen
you all would back hunting
zouden terugjagen
they would back hunting
Subjunctive mood
jage terug
I back hunting
jage terug
you back hunting
jage terug
he/she/it back hunting
jage terug
we back hunting
jage terug
you all back hunting
jage terug
they back hunting
Past perfect tense
had teruggejaagd
I had backed hunting
had teruggejaagd
you had backed hunting
had teruggejaagd
he/she/it had backed hunting
hadden teruggejaagd
we had backed hunting
hadden teruggejaagd
you all had backed hunting
hadden teruggejaagd
they had backed hunting
Future perf.
zal teruggejaagd hebben
I will have backed hunting
zal teruggejaagd hebben
you will have backed hunting
zal teruggejaagd hebben
he/she/it will have backed hunting
zullen teruggejaagd hebben
we will have backed hunting
zullen teruggejaagd hebben
you all will have backed hunting
zullen teruggejaagd hebben
they will have backed hunting
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggejaagd hebben
I would have backed hunting
zou teruggejaagd hebben
you would have backed hunting
zou teruggejaagd hebben
he/she/it would have backed hunting
zouden teruggejaagd hebben
we would have backed hunting
zouden teruggejaagd hebben
you all would have backed hunting
zouden teruggejaagd hebben
they would have backed hunting
Present bijzin tense
terugjaag
I back hunting
terugjaagt
you back hunting
terugjaagt
he/she/it backs hunting
terugjagen
we back hunting
terugjagen
you all back hunting
terugjagen
they back hunting
Past bijzin tense
terugjaagde;terugjoeg
I backed hunting
terugjaagde;terugjoeg
you backed hunting
terugjaagde;terugjoeg
he/she/it backed hunting
terugjaagden;terugjoegen
we backed hunting
terugjaagden;terugjoegen
you all backed hunting
terugjaagden;terugjoegen
they backed hunting
Future bijzin tense
zal terugjagen
I will back hunting
zult terugjagen
you will back hunting
zal terugjagen
he/she/it will back hunting
zullen terugjagen
we will back hunting
zullen terugjagen
you all will back hunting
zullen terugjagen
they will back hunting
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou terugjagen
I would back hunting
zou terugjagen
you would back hunting
zou terugjagen
he/she/it would back hunting
zouden terugjagen
we would back hunting
zouden terugjagen
you all would back hunting
zouden terugjagen
they would back hunting
Subjunctive bijzin mood
terugjage
I back hunting
terugjage
you back hunting
terugjage
he/she/it back hunting
terugjage
we back hunting
terugjage
you all back hunting
terugjage
they back hunting
Du
Ihr
Imperative mood
jaag terug
back hunting
jaagt terug
back hunting

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

tectyleren
do
tegenmaken
make
terugbrengen
take back
terugdrijven
repulse
teruggrijpen
revert
terughangen
back hanging
terughouden
back hanging
terugkaatsen
rebound
terugplaatsen
replace
terugploegen
plow back

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'back hunting':

None found.