Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Tectyleren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tectyleer
tectyleert
tectyleert
tectyleren
tectyleren
tectyleren
Present perfect tense
heb getectyleerd
hebt getectyleerd
heeft getectyleerd
hebben getectyleerd
hebben getectyleerd
hebben getectyleerd
Past tense
tectyleerde
tectyleerde
tectyleerde
tectyleerden
tectyleerden
tectyleerden
Future tense
zal tectyleren
zult tectyleren
zal tectyleren
zullen tectyleren
zullen tectyleren
zullen tectyleren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tectyleren
zou tectyleren
zou tectyleren
zouden tectyleren
zouden tectyleren
zouden tectyleren
Subjunctive mood
tectylere
tectylere
tectylere
tectylere
tectylere
tectylere
Past perfect tense
had getectyleerd
had getectyleerd
had getectyleerd
hadden getectyleerd
hadden getectyleerd
hadden getectyleerd
Future perf.
zal getectyleerd hebben
zal getectyleerd hebben
zal getectyleerd hebben
zullen getectyleerd hebben
zullen getectyleerd hebben
zullen getectyleerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getectyleerd hebben
zou getectyleerd hebben
zou getectyleerd hebben
zouden getectyleerd hebben
zouden getectyleerd hebben
zouden getectyleerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
tectyleer
tectyleert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.