Terughangen (to back hanging) conjugation

Dutch

Conjugation of terughangen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
hang terug
I back hanging
hangt terug
you back hanging
hangt terug
he/she/it backs hanging
hangen terug
we back hanging
hangen terug
you all back hanging
hangen terug
they back hanging
Present perfect tense
heb teruggehangen
I have backed hanging
hebt teruggehangen
you have backed hanging
heeft teruggehangen
he/she/it has backed hanging
hebben teruggehangen
we have backed hanging
hebben teruggehangen
you all have backed hanging
hebben teruggehangen
they have backed hanging
Past tense
hing terug
I backed hanging
hing terug
you backed hanging
hing terug
he/she/it backed hanging
hingen terug
we backed hanging
hingen terug
you all backed hanging
hingen terug
they backed hanging
Future tense
zal terughangen
I will back hanging
zult terughangen
you will back hanging
zal terughangen
he/she/it will back hanging
zullen terughangen
we will back hanging
zullen terughangen
you all will back hanging
zullen terughangen
they will back hanging
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou terughangen
I would back hanging
zou terughangen
you would back hanging
zou terughangen
he/she/it would back hanging
zouden terughangen
we would back hanging
zouden terughangen
you all would back hanging
zouden terughangen
they would back hanging
Subjunctive mood
hange terug
I back hanging
hange terug
you back hanging
hange terug
he/she/it back hanging
hange terug
we back hanging
hange terug
you all back hanging
hange terug
they back hanging
Past perfect tense
had teruggehangen
I had backed hanging
had teruggehangen
you had backed hanging
had teruggehangen
he/she/it had backed hanging
hadden teruggehangen
we had backed hanging
hadden teruggehangen
you all had backed hanging
hadden teruggehangen
they had backed hanging
Future perf.
zal teruggehangen hebben
I will have backed hanging
zal teruggehangen hebben
you will have backed hanging
zal teruggehangen hebben
he/she/it will have backed hanging
zullen teruggehangen hebben
we will have backed hanging
zullen teruggehangen hebben
you all will have backed hanging
zullen teruggehangen hebben
they will have backed hanging
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggehangen hebben
I would have backed hanging
zou teruggehangen hebben
you would have backed hanging
zou teruggehangen hebben
he/she/it would have backed hanging
zouden teruggehangen hebben
we would have backed hanging
zouden teruggehangen hebben
you all would have backed hanging
zouden teruggehangen hebben
they would have backed hanging
Present bijzin tense
terughang
I back hanging
terughangt
you back hanging
terughangt
he/she/it backs hanging
terughangen
we back hanging
terughangen
you all back hanging
terughangen
they back hanging
Past bijzin tense
terughing
I backed hanging
terughing
you backed hanging
terughing
he/she/it backed hanging
terughingen
we backed hanging
terughingen
you all backed hanging
terughingen
they backed hanging
Future bijzin tense
zal terughangen
I will back hanging
zult terughangen
you will back hanging
zal terughangen
he/she/it will back hanging
zullen terughangen
we will back hanging
zullen terughangen
you all will back hanging
zullen terughangen
they will back hanging
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou terughangen
I would back hanging
zou terughangen
you would back hanging
zou terughangen
he/she/it would back hanging
zouden terughangen
we would back hanging
zouden terughangen
you all would back hanging
zouden terughangen
they would back hanging
Subjunctive bijzin mood
terughange
I back hanging
terughange
you back hanging
terughange
he/she/it back hanging
terughange
we back hanging
terughange
you all back hanging
terughange
they back hanging
Du
Ihr
Imperative mood
hang terug
back hanging
hangt terug
back hanging

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

teisteren
afflict
tempelen
do
temporiseren
temper
terechtstellen
execute
termineren
provoke
terneerliggen
do
terugboeken
back books
terughalen
take back
terughouden
back hanging
terugschakelen
downshift

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'back hanging':

None found.
Learning languages?