Terughouden (to back hanging) conjugation

Dutch

Conjugation of terughouden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
hou terug
I back hanging
houdt terug
you back hanging
houdt terug
he/she/it backs hanging
houden terug
we back hanging
houden terug
you all back hanging
houden terug
they back hanging
Present perfect tense
heb teruggehouden
I have backed hanging
hebt teruggehouden
you have backed hanging
heeft teruggehouden
he/she/it has backed hanging
hebben teruggehouden
we have backed hanging
hebben teruggehouden
you all have backed hanging
hebben teruggehouden
they have backed hanging
Past tense
hield terug
I backed hanging
hield terug
you backed hanging
hield terug
he/she/it backed hanging
hielden terug
we backed hanging
hielden terug
you all backed hanging
hielden terug
they backed hanging
Future tense
zal terughouden
I will back hanging
zult terughouden
you will back hanging
zal terughouden
he/she/it will back hanging
zullen terughouden
we will back hanging
zullen terughouden
you all will back hanging
zullen terughouden
they will back hanging
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou terughouden
I would back hanging
zou terughouden
you would back hanging
zou terughouden
he/she/it would back hanging
zouden terughouden
we would back hanging
zouden terughouden
you all would back hanging
zouden terughouden
they would back hanging
Subjunctive mood
houde terug
I back hanging
houde terug
you back hanging
houde terug
he/she/it back hanging
houde terug
we back hanging
houde terug
you all back hanging
houde terug
they back hanging
Past perfect tense
had teruggehouden
I had backed hanging
had teruggehouden
you had backed hanging
had teruggehouden
he/she/it had backed hanging
hadden teruggehouden
we had backed hanging
hadden teruggehouden
you all had backed hanging
hadden teruggehouden
they had backed hanging
Future perf.
zal teruggehouden hebben
I will have backed hanging
zal teruggehouden hebben
you will have backed hanging
zal teruggehouden hebben
he/she/it will have backed hanging
zullen teruggehouden hebben
we will have backed hanging
zullen teruggehouden hebben
you all will have backed hanging
zullen teruggehouden hebben
they will have backed hanging
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggehouden hebben
I would have backed hanging
zou teruggehouden hebben
you would have backed hanging
zou teruggehouden hebben
he/she/it would have backed hanging
zouden teruggehouden hebben
we would have backed hanging
zouden teruggehouden hebben
you all would have backed hanging
zouden teruggehouden hebben
they would have backed hanging
Present bijzin tense
terughou
I back hanging
terughoudt
you back hanging
terughoudt
he/she/it backs hanging
terughouden
we back hanging
terughouden
you all back hanging
terughouden
they back hanging
Past bijzin tense
terughield
I backed hanging
terughield
you backed hanging
terughield
he/she/it backed hanging
terughielden
we backed hanging
terughielden
you all backed hanging
terughielden
they backed hanging
Future bijzin tense
zal terughouden
I will back hanging
zult terughouden
you will back hanging
zal terughouden
he/she/it will back hanging
zullen terughouden
we will back hanging
zullen terughouden
you all will back hanging
zullen terughouden
they will back hanging
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou terughouden
I would back hanging
zou terughouden
you would back hanging
zou terughouden
he/she/it would back hanging
zouden terughouden
we would back hanging
zouden terughouden
you all would back hanging
zouden terughouden
they would back hanging
Subjunctive bijzin mood
terughoude
I back hanging
terughoude
you back hanging
terughoude
he/she/it back hanging
terughoude
we back hanging
terughoude
you all back hanging
terughoude
they back hanging
Du
Ihr
Imperative mood
hou terug
back hanging
houdt terug
back hanging

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

tanken
gas
tempelen
do
terechtkomen
end up
terugboeken
back books
terugdringen
do
terughangen
back hanging
terugjagen
back hunting
terugreizen
return journeys
terugvallen
fall back
terugveren
rebound

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'back hanging':

None found.
Learning languages?