Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Terughalen (to take back) conjugation

Dutch
5 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
haal terug
haalt terug
haalt terug
halen terug
halen terug
halen terug
Present perfect tense
heb teruggehaald
hebt teruggehaald
heeft teruggehaald
hebben teruggehaald
hebben teruggehaald
hebben teruggehaald
Past tense
haalde terug
haalde terug
haalde terug
haalden terug
haalden terug
haalden terug
Future tense
zal terughalen
zult terughalen
zal terughalen
zullen terughalen
zullen terughalen
zullen terughalen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou terughalen
zou terughalen
zou terughalen
zouden terughalen
zouden terughalen
zouden terughalen
Subjunctive mood
hale terug
hale terug
hale terug
hale terug
hale terug
hale terug
Past perfect tense
had teruggehaald
had teruggehaald
had teruggehaald
hadden teruggehaald
hadden teruggehaald
hadden teruggehaald
Future perf.
zal teruggehaald hebben
zal teruggehaald hebben
zal teruggehaald hebben
zullen teruggehaald hebben
zullen teruggehaald hebben
zullen teruggehaald hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggehaald hebben
zou teruggehaald hebben
zou teruggehaald hebben
zouden teruggehaald hebben
zouden teruggehaald hebben
zouden teruggehaald hebben
Present bijzin tense
terughaal
terughaalt
terughaalt
terughalen
terughalen
terughalen
Past bijzin tense
terughaalde
terughaalde
terughaalde
terughaalden
terughaalden
terughaalden
Future bijzin tense
zal terughalen
zult terughalen
zal terughalen
zullen terughalen
zullen terughalen
zullen terughalen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou terughalen
zou terughalen
zou terughalen
zouden terughalen
zouden terughalen
zouden terughalen
Subjunctive bijzin mood
terughale
terughale
terughale
terughale
terughale
terughale
Du
Ihr
Imperative mood
haal terug
haalt terug

Examples of terughalen

Example in DutchTranslation in English
Ik ga Jack en z'n hele bende vermoorden... en terughalen wat van mij is en het aan m'n kinderen geven.I'm going to kill Jack and his entire crew, and I'm gonna take back what is mine and give it to my children.
Ik kom de hart van vuur robijn terughalen.Good. I've come to take back the Heart of Fire ruby.
In feite, kom ik hier terughalen wat ik je eerder toegeschoven heb.In fact, I'm here to take back what I previously ponied.
We gaan terughalen wat van u gestolen is.It is high time we take back that which was stolen from you. Damn right!
We komen niet ruilen, maar ons bezit terughalen.We're not here to trade. We're here to take back what belongs to us.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

tegenpraten
answer back
tegenwerken
work against
tekortdoen
do
telewerken
watch television
terechthelpen
find help
terugbetalen
repay
teruggroeten
back greetings
terughangen
back hanging
terugspoelen
rewind
terugstromen
flow back

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'take back':

None found.