Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Stressen (to stress) conjugation

Dutch
14 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stres
strest
strest
stressen
stressen
stressen
Present perfect tense
heb gestrest
hebt gestrest
heeft gestrest
hebben gestrest
hebben gestrest
hebben gestrest
Past tense
streste
streste
streste
stresten
stresten
stresten
Future tense
zal stressen
zult stressen
zal stressen
zullen stressen
zullen stressen
zullen stressen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou stressen
zou stressen
zou stressen
zouden stressen
zouden stressen
zouden stressen
Subjunctive mood
stresse
stresse
stresse
stresse
stresse
stresse
Past perfect tense
had gestrest
had gestrest
had gestrest
hadden gestrest
hadden gestrest
hadden gestrest
Future perf.
zal gestrest hebben
zal gestrest hebben
zal gestrest hebben
zullen gestrest hebben
zullen gestrest hebben
zullen gestrest hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gestrest hebben
zou gestrest hebben
zou gestrest hebben
zouden gestrest hebben
zouden gestrest hebben
zouden gestrest hebben
Du
Ihr
Imperative mood
stres
strest

Examples of stressen

Example in DutchTranslation in English
- Dat is stressen.That sounds stressful.
- Ik ga niet je telefoon afpakken, maar ik kan niet gaan stressen dat je alleen telefoontjes opneemt van je ouders en mijn personeel.Look, I'm not going to take your phone away. But I cannot stress the importance that you only take calls from your parents and my staff.
- Niet stressen, Riley.Don't stress, Riley.
- Niet stressen, zoeken we wel even uit.Look, we have to find an opener in the next two hours. Don't stress, man. We'll work this out together.
- We stressen elke morgen om... wat we aantrekken.Well, I mean, we all stress out every morning over what to wear.
- Een paniekaanval was... als gevolg van stres, zwangerschap en gebrek aan voedsel.An acute panic attack brought on by stress, pregnancy, and a severe lack of food.
- Hartziektes, stres, zelfs alcohol.Heart disease, stress, even alcohol.
Alle stres heeft zijn tol geëist en zorgde voor het terugvloeien van maagzuur.All the stress that you've been under has taken a toll and caused acid reflux.
Alsjeblieft gebruik geen woorden als "stres". Dat is niet goed voor de Baby.Please, don't even say words like "stress. " It's not good for the baby.
Charlie lijdt aan stres.Charlie's under a lot of stress.
"Waar haal ik het recht vandaan om gestrest te raken"Why do I have any right "getting stressed out about anything when I know that that light is waiting for me?"
'Ik ben zo gestrest."I'm so stressed.
'Ik kan niet bellen, ik ben gestrest. '...My God, I'm so stressed.' He'll call you.
- Beetje gestrest. Jij?-I'm a bit stressed.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

streaken
streak
streamen
stream
strekken
extend
stremmen
curdle
strengen
do
strossen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

staartdelen
tail parts
stijfselen
do
stippen
dot
stofferen
upholster
stormen
storm
strelen
stroke
strepen
stripe
stretchen
stretch
stukadoren
plaster
stunten
stunt

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'stress':

None found.