Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Speechen (to do) conjugation

Dutch
13 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
speech
speecht
speecht
speechen
speechen
speechen
Present perfect tense
heb gespeecht
hebt gespeecht
heeft gespeecht
hebben gespeecht
hebben gespeecht
hebben gespeecht
Past tense
speechte
speechte
speechte
speechten
speechten
speechten
Future tense
zal speechen
zult speechen
zal speechen
zullen speechen
zullen speechen
zullen speechen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou speechen
zou speechen
zou speechen
zouden speechen
zouden speechen
zouden speechen
Subjunctive mood
speeche
speeche
speeche
speeche
speeche
speeche
Past perfect tense
had gespeecht
had gespeecht
had gespeecht
hadden gespeecht
hadden gespeecht
hadden gespeecht
Future perf.
zal gespeecht hebben
zal gespeecht hebben
zal gespeecht hebben
zullen gespeecht hebben
zullen gespeecht hebben
zullen gespeecht hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gespeecht hebben
zou gespeecht hebben
zou gespeecht hebben
zouden gespeecht hebben
zouden gespeecht hebben
zouden gespeecht hebben
Du
Ihr
Imperative mood
speech
speecht

Examples of speechen

Example in DutchTranslation in English
"Ik kan niet speechen, maar ik zal dansen.""I can't make a speech but I'll do a dance."
- Hij wil niet speechen.He doesn't want to speak.
Als je gaat speechen, ga ik weg.I'm leaving, if you are doing a speech.
Als zij niet wil speechen bij de opening van het museum, dan moet ze dat niet.If she didn't want to docent the museum opening, she didn't have to.
Bewaar die grappen maar voor het speechen, Genny.You know what you should do? Save the zingers for the speeches, Genny.
"Congress shall make no law respecting an establishment of religion or prohibiting the free exercise thereof;... or abridging the freedom of speech"."congress shall make no law respecting an establishment "of religion or prohibiting the free exercise thereof, Or abridging the freedom of speech."
'Laat ons daarvoor hun tong verbazen zodat ze elkaars speech niet verstaan.'Therefore let us go down and confound their tongue that they may not understand one another's speech.
- Atticus Finch geeft hier een goede speech, maar dit is een verkeersongelukje, geen rechtszaak voor miljoenen dollars.I say Atticus Finch makes a good speech here, but this is a fender-bender, not a multimillion-dollar lawsuit.
- Daar is geen speech voor nodig.A speech doesn't give us a mandate. There's no spinning it.
- De speech? Ik weet het niet.I don't know.
Je kan een beroemde auteur worden. Je heeft enkel een anti wiet speecht te houden in het openbaar.All you got to do is make an impassioned anti-pot speech in public.
Vandaag, maar Penny speecht niet voor 2 mei.It actually starts today, but Penny doesn't give her speech until the night of May 2nd.
Ik heb al eens gespeecht op de verkopersbeurs.Speaker at the sales convention. Been there, done that.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.