Solveren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of solveren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
solveer
I do
solveert
you do
solveert
he/she/it does
solveren
we do
solveren
you all do
solveren
they do
Present perfect tense
heb gesolveerd
I have done
hebt gesolveerd
you have done
heeft gesolveerd
he/she/it has done
hebben gesolveerd
we have done
hebben gesolveerd
you all have done
hebben gesolveerd
they have done
Past tense
solveerde
I did
solveerde
you did
solveerde
he/she/it did
solveerden
we did
solveerden
you all did
solveerden
they did
Future tense
zal solveren
I will do
zult solveren
you will do
zal solveren
he/she/it will do
zullen solveren
we will do
zullen solveren
you all will do
zullen solveren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou solveren
I would do
zou solveren
you would do
zou solveren
he/she/it would do
zouden solveren
we would do
zouden solveren
you all would do
zouden solveren
they would do
Subjunctive mood
solvere
I do
solvere
you do
solvere
he/she/it do
solvere
we do
solvere
you all do
solvere
they do
Past perfect tense
had gesolveerd
I had done
had gesolveerd
you had done
had gesolveerd
he/she/it had done
hadden gesolveerd
we had done
hadden gesolveerd
you all had done
hadden gesolveerd
they had done
Future perf.
zal gesolveerd hebben
I will have done
zal gesolveerd hebben
you will have done
zal gesolveerd hebben
he/she/it will have done
zullen gesolveerd hebben
we will have done
zullen gesolveerd hebben
you all will have done
zullen gesolveerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesolveerd hebben
I would have done
zou gesolveerd hebben
you would have done
zou gesolveerd hebben
he/she/it would have done
zouden gesolveerd hebben
we would have done
zouden gesolveerd hebben
you all would have done
zouden gesolveerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
solveer
do
solveert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

halveren
bisect
kalveren
do
pulveren
do
sauveren
do
serveren
serve
solderen
solder
somberen
do
sommeren
command
sonderen
probe
sorteren
sort
souperen
sup

Similar but longer

absolveren
absent honor
resolveren
do

Random

slissen
lisp
smeren
spread
snieren
do
soezen
plead
softballen
do
soleren
solo
solliciteren
run for election
somberen
do
specialiseren
settle down
spelden
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?