Halveren (to bisect) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of halveren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
halveer
I bisect
halveert
you bisect
halveert
he/she/it bisects
halveren
we bisect
halveren
you all bisect
halveren
they bisect
Present perfect tense
heb gehalveerd
I have bisected
hebt gehalveerd
you have bisected
heeft gehalveerd
he/she/it has bisected
hebben gehalveerd
we have bisected
hebben gehalveerd
you all have bisected
hebben gehalveerd
they have bisected
Past tense
halveerde
I bisected
halveerde
you bisected
halveerde
he/she/it bisected
halveerden
we bisected
halveerden
you all bisected
halveerden
they bisected
Future tense
zal halveren
I will bisect
zult halveren
you will bisect
zal halveren
he/she/it will bisect
zullen halveren
we will bisect
zullen halveren
you all will bisect
zullen halveren
they will bisect
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou halveren
I would bisect
zou halveren
you would bisect
zou halveren
he/she/it would bisect
zouden halveren
we would bisect
zouden halveren
you all would bisect
zouden halveren
they would bisect
Subjunctive mood
halvere
I bisect
halvere
you bisect
halvere
he/she/it bisect
halvere
we bisect
halvere
you all bisect
halvere
they bisect
Past perfect tense
had gehalveerd
I had bisected
had gehalveerd
you had bisected
had gehalveerd
he/she/it had bisected
hadden gehalveerd
we had bisected
hadden gehalveerd
you all had bisected
hadden gehalveerd
they had bisected
Future perf.
zal gehalveerd hebben
I will have bisected
zal gehalveerd hebben
you will have bisected
zal gehalveerd hebben
he/she/it will have bisected
zullen gehalveerd hebben
we will have bisected
zullen gehalveerd hebben
you all will have bisected
zullen gehalveerd hebben
they will have bisected
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gehalveerd hebben
I would have bisected
zou gehalveerd hebben
you would have bisected
zou gehalveerd hebben
he/she/it would have bisected
zouden gehalveerd hebben
we would have bisected
zouden gehalveerd hebben
you all would have bisected
zouden gehalveerd hebben
they would have bisected
Du
Ihr
Imperative mood
halveer
bisect
halveert
bisect

Examples of halveren

Example in DutchTranslation in English
- Hoe weet je dat? Ik richt de kleine wijzer op de zon. Ik halveer de hoek tussen de wijzer en de 12 om het zuiden te vinden.I point the hour hand at the sun, I bisect the angle between the hand and the 12 to find south.
Ze is de gehalveerd bruid.She's the bisected bride.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

halteren
do
hanteren
handle
huiveren
shudder
kalveren
do
pulveren
do
solveren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bisect':

None found.
Learning languages?