Solderen (to solder) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of solderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
soldeer
I solder
soldeert
you solder
soldeert
he/she/it solders
solderen
we solder
solderen
you all solder
solderen
they solder
Present perfect tense
heb gesoldeerd
I have soldered
hebt gesoldeerd
you have soldered
heeft gesoldeerd
he/she/it has soldered
hebben gesoldeerd
we have soldered
hebben gesoldeerd
you all have soldered
hebben gesoldeerd
they have soldered
Past tense
soldeerde
I soldered
soldeerde
you soldered
soldeerde
he/she/it soldered
soldeerden
we soldered
soldeerden
you all soldered
soldeerden
they soldered
Future tense
zal solderen
I will solder
zult solderen
you will solder
zal solderen
he/she/it will solder
zullen solderen
we will solder
zullen solderen
you all will solder
zullen solderen
they will solder
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou solderen
I would solder
zou solderen
you would solder
zou solderen
he/she/it would solder
zouden solderen
we would solder
zouden solderen
you all would solder
zouden solderen
they would solder
Subjunctive mood
soldere
I solder
soldere
you solder
soldere
he/she/it solder
soldere
we solder
soldere
you all solder
soldere
they solder
Past perfect tense
had gesoldeerd
I had soldered
had gesoldeerd
you had soldered
had gesoldeerd
he/she/it had soldered
hadden gesoldeerd
we had soldered
hadden gesoldeerd
you all had soldered
hadden gesoldeerd
they had soldered
Future perf.
zal gesoldeerd hebben
I will have soldered
zal gesoldeerd hebben
you will have soldered
zal gesoldeerd hebben
he/she/it will have soldered
zullen gesoldeerd hebben
we will have soldered
zullen gesoldeerd hebben
you all will have soldered
zullen gesoldeerd hebben
they will have soldered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesoldeerd hebben
I would have soldered
zou gesoldeerd hebben
you would have soldered
zou gesoldeerd hebben
he/she/it would have soldered
zouden gesoldeerd hebben
we would have soldered
zouden gesoldeerd hebben
you all would have soldered
zouden gesoldeerd hebben
they would have soldered
Du
Ihr
Imperative mood
soldeer
solder
soldeert
solder

Examples of solderen

Example in DutchTranslation in English
- Concentreer je op het solderen.Can you just focus on soldering?
- Om naalden vast te solderen.Liquid flux. Yeah, used in the manufacture of needles to solder them to needle arms.
De toekomst zit in solderen.The future is soldering.
Een paar maanden solderen.Couple of months over a soldering iron soon put that right.
Gebruikt om het stroomnet op de microfoonaansluiting te solderen, voor u de burgemeester elektrocuteerde.Used to solder the mains supply to the microphone jack before you electrocuted the mayor.
- Ik heb je woord als een soldeer?- I have your word as a solder?
Een draad van twee cent en het soldeer breekt en zet je compleet buiten spel.Two pence wire snaps off and the solder breaks and just puts you out of contention completely.
Verse soldeer.Fresh solder.
De draad die je soldeert is identiek aan de draad die je vervangt.Careful. The filament you're soldering is the precise thickness as the one you're replacing.
Ik wil dat je dit soldeert, goed?I want you to solder this, all right?
Vanuit gaan dat er geen verrassingen zijn. Gelieve niet de hand te bijten die je soldeert.Please don't bite the hand that solders you.
Behalve, dat diegenen allemaal vast gesoldeerd zitten.Yeah, except they were all soldered into place.
De tandwielen, ze waren gesoldeerd.The gears, they were soldered. Soldered.
Deze kerel heeft hem ook nog gesoldeerd.This guy soldered it, too.
Deze tandwielen, ze zijn gesoldeerd.These gears... they're soldered.
Handmatig uit hoogwaardig carbon staal gesoldeerd.Hand-soldered out of high-carbon steel.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

balderen
bald honor
bolderen
bold honor
bulderen
roar
kelderen
nosedive
kolderen
do
milderen
mitigate
polderen
do
salderen
do
seideren
do
sidderen
tremble
solveren
do
somberen
do
sommeren
command
sonderen
probe
sorteren
sort

Similar but longer

solideren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'solder':

None found.
Learning languages?