Sidderen (to tremble) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of sidderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sidder
I tremble
siddert
you tremble
siddert
he/she/it trembles
sidderen
we tremble
sidderen
you all tremble
sidderen
they tremble
Present perfect tense
heb gesidderd
I have trembled
hebt gesidderd
you have trembled
heeft gesidderd
he/she/it has trembled
hebben gesidderd
we have trembled
hebben gesidderd
you all have trembled
hebben gesidderd
they have trembled
Past tense
sidderde
I trembled
sidderde
you trembled
sidderde
he/she/it trembled
sidderden
we trembled
sidderden
you all trembled
sidderden
they trembled
Future tense
zal sidderen
I will tremble
zult sidderen
you will tremble
zal sidderen
he/she/it will tremble
zullen sidderen
we will tremble
zullen sidderen
you all will tremble
zullen sidderen
they will tremble
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou sidderen
I would tremble
zou sidderen
you would tremble
zou sidderen
he/she/it would tremble
zouden sidderen
we would tremble
zouden sidderen
you all would tremble
zouden sidderen
they would tremble
Subjunctive mood
siddere
I tremble
siddere
you tremble
siddere
he/she/it tremble
siddere
we tremble
siddere
you all tremble
siddere
they tremble
Past perfect tense
had gesidderd
I had trembled
had gesidderd
you had trembled
had gesidderd
he/she/it had trembled
hadden gesidderd
we had trembled
hadden gesidderd
you all had trembled
hadden gesidderd
they had trembled
Future perf.
zal gesidderd hebben
I will have trembled
zal gesidderd hebben
you will have trembled
zal gesidderd hebben
he/she/it will have trembled
zullen gesidderd hebben
we will have trembled
zullen gesidderd hebben
you all will have trembled
zullen gesidderd hebben
they will have trembled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesidderd hebben
I would have trembled
zou gesidderd hebben
you would have trembled
zou gesidderd hebben
he/she/it would have trembled
zouden gesidderd hebben
we would have trembled
zouden gesidderd hebben
you all would have trembled
zouden gesidderd hebben
they would have trembled
Du
Ihr
Imperative mood
sidder
tremble
siddert
tremble

Examples of sidderen

Example in DutchTranslation in English
Als de leeuw brult, zal de haas sidderen.When the lion roars, the doe trembles.
Dat wat boven is, zal sidderen omdat dat wat beneden is, zal opstijgen.That which is above shall tremble for that which is below shall arise.
En sidderen."They'll make us weep and tremble..."
Hij zegt: 'Dat is waar.' Zijn ogen zijn als zwarte dolken waarvoor alle mannen sidderen.And he say it's true... that his eyes are like black daggers... and before them, all men tremble.
Ik heb vissen zien sidderen.- I've noticed that fish tremble.
- Verraderlijke vrouw, sidder...- Treacherous Woman, tremble...
Ik sidder bij de gedachte aan hem in de arena.I tremble to see him again at the arena...
Ik sidder bij de gedachte dat ik al die liefde kan vergeten.I tremble at forgetting such love.
Als de poort siddert, volgt de dood ons ter voet.When gate trembles, death follows upon heel.
Hij is de lafaard die siddert.He's the coward who trembles.
Ik moet 'n heilige oorlog voeren tot heel de islam de puurheid van zijn gebod onderkent en de wereld siddert voor mijn aangezicht.He has commanded me to make holy war until all of Islam... acknowledges the purity of his biddings... and all the world trembles before me.
Mijn hart is van steen en nog siddert het.My heart is stone and still it trembles
Zie hoe het siddert.See how it trembles.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

badderen
soak
ladderen
unplait
lodderen
do
modderen
botch
redderen
put in order
ridderen
knight
salderen
do
seideren
do
sieperen
do
signeren
do
sijperen
do
sinteren
sinter
situeren
locate
solderen
solder
sonderen
probe

Similar but longer

slidderen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'tremble':

None found.
Learning languages?