Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Schooieren (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of schooieren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schooier
I do
schooiert
you do
schooiert
he/she/it does
schooieren
we do
schooieren
you all do
schooieren
they do
Present perfect tense
heb geschooierd
I have done
hebt geschooierd
you have done
heeft geschooierd
he/she/it has done
hebben geschooierd
we have done
hebben geschooierd
you all have done
hebben geschooierd
they have done
Past tense
schooierde
I did
schooierde
you did
schooierde
he/she/it did
schooierden
we did
schooierden
you all did
schooierden
they did
Future tense
zal schooieren
I will do
zult schooieren
you will do
zal schooieren
he/she/it will do
zullen schooieren
we will do
zullen schooieren
you all will do
zullen schooieren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou schooieren
I would do
zou schooieren
you would do
zou schooieren
he/she/it would do
zouden schooieren
we would do
zouden schooieren
you all would do
zouden schooieren
they would do
Subjunctive mood
schooiere
I do
schooiere
you do
schooiere
he/she/it do
schooiere
we do
schooiere
you all do
schooiere
they do
Past perfect tense
had geschooierd
I had done
had geschooierd
you had done
had geschooierd
he/she/it had done
hadden geschooierd
we had done
hadden geschooierd
you all had done
hadden geschooierd
they had done
Future perf.
zal geschooierd hebben
I will have done
zal geschooierd hebben
you will have done
zal geschooierd hebben
he/she/it will have done
zullen geschooierd hebben
we will have done
zullen geschooierd hebben
you all will have done
zullen geschooierd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geschooierd hebben
I would have done
zou geschooierd hebben
you would have done
zou geschooierd hebben
he/she/it would have done
zouden geschooierd hebben
we would have done
zouden geschooierd hebben
you all would have done
zouden geschooierd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
schooier
do
schooiert
do

Examples of schooieren

Example in DutchTranslation in English
- Waarom noemt-ie haar "schooier"?Why does he call her "punk"? Oh, don't start.
Als die schooier eenmaal begint te praten leidt hij de recherche rechtstreeks naar ons.He was blackmailing us. Well, that's not gonna be enough. Once that punk starts talking to save his skin, it's gonna lead investigators all the way down the rabbit hole to us.
Als je geen schooier meer wil zijn moet je volwassen worden.If you don't wanna be a lowlife anymore, you gotta grow up and stop acting like one.
Als we niets doen met deze schooier, denken mensen dat we slap geworden zijn... dat ze niet hoeven te betalen.We let this bum slide, people going to start thinking Irene's gone soft they don't have to pay up.
De echte schurk van dit alles is die schooier dat verhaal lekte om me onderuit te halen omdat de politici en de PCC niet willen dat ik de waarheid vertel over dienstbezuinigingen.The real villain in all this is whatever toerag leaked that story, to bring me down because the politicians and the PCC don't like me telling the truth about service cutbacks.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

schofferen
weed
schouderen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

scanderen
scan
schaduwen
shadow
schalmen
do
scherpen
sharpen
schimmelen
get mouldy
schooien
beg
schoolblijven
school stay
schoonwrijven
rub clean
schransen
gorge
schrijden
stride

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.