Schrijden (to stride) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of schrijden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schrijd
I stride
schrijdt
you stride
schrijdt
he/she/it strides
schrijden
we stride
schrijden
you all stride
schrijden
they stride
Present perfect tense
ben geschreden
I have stridden
bent geschreden
you have stridden
is geschreden
he/she/it has stridden
zijn geschreden
we have stridden
zijn geschreden
you all have stridden
zijn geschreden
they have stridden
Past tense
schreed
I strode
schreed
you strode
schreed
he/she/it strode
schreden
we strode
schreden
you all strode
schreden
they strode
Future tense
zal schrijden
I will stride
zult schrijden
you will stride
zal schrijden
he/she/it will stride
zullen schrijden
we will stride
zullen schrijden
you all will stride
zullen schrijden
they will stride
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou schrijden
I would stride
zou schrijden
you would stride
zou schrijden
he/she/it would stride
zouden schrijden
we would stride
zouden schrijden
you all would stride
zouden schrijden
they would stride
Subjunctive mood
schrijde
I stride
schrijde
you stride
schrijde
he/she/it stride
schrijde
we stride
schrijde
you all stride
schrijde
they stride
Past perfect tense
was geschreden
I had stridden
was geschreden
you had stridden
was geschreden
he/she/it had stridden
waren geschreden
we had stridden
waren geschreden
you all had stridden
waren geschreden
they had stridden
Future perf.
zal geschreden zijn
I will have stridden
zal geschreden zijn
you will have stridden
zal geschreden zijn
he/she/it will have stridden
zullen geschreden zijn
we will have stridden
zullen geschreden zijn
you all will have stridden
zullen geschreden zijn
they will have stridden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geschreden zijn
I would have stridden
zou geschreden zijn
you would have stridden
zou geschreden zijn
he/she/it would have stridden
zouden geschreden zijn
we would have stridden
zouden geschreden zijn
you all would have stridden
zouden geschreden zijn
they would have stridden
Du
Ihr
Imperative mood
schrijd
stride
schrijdt
stride

Examples of schrijden

Example in DutchTranslation in English
Crixus, de kampioen van Capua... zal over het zand schrijden en zich meten met...Crixus, the champion of Capua, will stride across the sands and face
We schrijden door de duisternis.We stride the darkness.
Dus het is jouw keus... blijf waar je bent of sta op en schrijdt over de huid van de aarde.So it's your choice- stay where you are or stand up tall and stride across the skin of the world.
Hij schrijdt naar binnen.He'll stride into the room.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

schrijnen
smart
schrijven
write
schrikken
scare

Similar but longer

beschrijden
bestride

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'stride':

None found.
Learning languages?