Pekelen (to pickle) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of pekelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pekel
I pickle
pekelt
you pickle
pekelt
he/she/it pickles
pekelen
we pickle
pekelen
you all pickle
pekelen
they pickle
Present perfect tense
heb gepekeld
I have pickled
hebt gepekeld
you have pickled
heeft gepekeld
he/she/it has pickled
hebben gepekeld
we have pickled
hebben gepekeld
you all have pickled
hebben gepekeld
they have pickled
Past tense
pekelde
I pickled
pekelde
you pickled
pekelde
he/she/it pickled
pekelden
we pickled
pekelden
you all pickled
pekelden
they pickled
Future tense
zal pekelen
I will pickle
zult pekelen
you will pickle
zal pekelen
he/she/it will pickle
zullen pekelen
we will pickle
zullen pekelen
you all will pickle
zullen pekelen
they will pickle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou pekelen
I would pickle
zou pekelen
you would pickle
zou pekelen
he/she/it would pickle
zouden pekelen
we would pickle
zouden pekelen
you all would pickle
zouden pekelen
they would pickle
Subjunctive mood
pekele
I pickle
pekele
you pickle
pekele
he/she/it pickle
pekele
we pickle
pekele
you all pickle
pekele
they pickle
Past perfect tense
had gepekeld
I had pickled
had gepekeld
you had pickled
had gepekeld
he/she/it had pickled
hadden gepekeld
we had pickled
hadden gepekeld
you all had pickled
hadden gepekeld
they had pickled
Future perf.
zal gepekeld hebben
I will have pickled
zal gepekeld hebben
you will have pickled
zal gepekeld hebben
he/she/it will have pickled
zullen gepekeld hebben
we will have pickled
zullen gepekeld hebben
you all will have pickled
zullen gepekeld hebben
they will have pickled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepekeld hebben
I would have pickled
zou gepekeld hebben
you would have pickled
zou gepekeld hebben
he/she/it would have pickled
zouden gepekeld hebben
we would have pickled
zouden gepekeld hebben
you all would have pickled
zouden gepekeld hebben
they would have pickled
Du
Ihr
Imperative mood
pekel
pickle
pekelt
pickle

Examples of pekelen

Example in DutchTranslation in English
- Dat betekent... formaldehyde wordt gebruikt voor het pekelen van lichaamsdelen, dieren, dat soort dingen.Meaning... formaldehyde pickles body parts, animal parts, that kind of thing.
Ik leerde je varkenspoten te pekelen.I was telling you how to prepare pickled trotters.
, Maar ik zou sommige mango pekel niet bedenken!But I wouldn't mind some mango pickle.
Als je echt een homo kerel bent wel, voor jou is het gewoon... een grappig woord zoals... suikersnoepje of... pekel.To a gay guy it is. To you, it's just a funny word, like pound cake or pickle.
Bacterieën in de lucht komen in de pekel en conserveren het.You see, bacteria in the air gets into the brine and it makes a pickle.
Hey rustig, er is sommige verse tamarind pekel voor u.Hey, Koel. There's some fresh tamarind pickle for you.
Nee. eet ik pekel niet.No. I don't eat pickle.
De lever pekelt nooit. Je hart doet nooit pijn.Liver never pickles, your heart never aches.
Die vent is gepekeld, liefje.The guy is pickled, sweetie.
Ofwel wordt ze gepekeld of opgelost?So she's either being pickled or dissolved?
Toch om gepekeld in een pot te zitten ...Still, to have it pickled in a jar...
hier is wat gepekeld radijs en gemarineerd vissenkuit.Here's some pickled radish and marinated fish roe.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

eikelen
do
hekelen
denounce
kakelen
cackle
kukelen
do
makelen
do
parelen
bead
pegelen
do
popelen
do
potelen
do
rakelen
rake
takelen
tackle

Similar but longer

inpekelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pickle':

None found.
Learning languages?