Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Punteren (to punt) conjugation

Dutch
5 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
punteer
punteert
punteert
punteren
punteren
punteren
Present perfect tense
heb gepunteerd
hebt gepunteerd
heeft gepunteerd
hebben gepunteerd
hebben gepunteerd
hebben gepunteerd
Past tense
punteerde
punteerde
punteerde
punteerden
punteerden
punteerden
Future tense
zal punteren
zult punteren
zal punteren
zullen punteren
zullen punteren
zullen punteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou punteren
zou punteren
zou punteren
zouden punteren
zouden punteren
zouden punteren
Subjunctive mood
puntere
puntere
puntere
puntere
puntere
puntere
Past perfect tense
had gepunteerd
had gepunteerd
had gepunteerd
hadden gepunteerd
hadden gepunteerd
hadden gepunteerd
Future perf.
zal gepunteerd hebben
zal gepunteerd hebben
zal gepunteerd hebben
zullen gepunteerd hebben
zullen gepunteerd hebben
zullen gepunteerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepunteerd hebben
zou gepunteerd hebben
zou gepunteerd hebben
zouden gepunteerd hebben
zouden gepunteerd hebben
zouden gepunteerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
punteer
punteert

Examples of punteren

Example in DutchTranslation in English
- Dan zat ik nu nog op Manor Road... doceerde ik literatuur en ging ik op zaterdag punteren.If it did, I would've stayed in my cozy little office on Manor Road lecturing women's writing and punting on the Cherwell on the weekends.
Maar als hij in ondiepte kwam, kon hij zich met de botten en gewrichten ook afzetten en rond punteren.But if it hit the shallows, the bones and joints would help to push itself up and punt around.
Strooien hoeden, punteren, uitgebreide thee, anti...Straw boaters, punting, cream teas... - Boats. - ... antiquarian book shops.
Verpleegsters varen naar hun patiënten. Kooplui punteren van deur tot deur.Nurses paddle to their patients, and traders punt their wares from door to door.
Wat 'n prachtsport, dit punteren.I said it's great sport, this punting.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

centeren
center
hanteren
handle
kenteren
do
lanteren
do
monteren
edit
pacteren
do
peuteren
pick
plateren
plat
posteren
picket
pulseren
pulsate
pulveren
do
purgeren
puree
purperen
purple
sinteren
sinter
tenteren
tent honor

Similar but longer

puncteren
do

Random

preken
preach
promoten
promote
puddelen
publish
puffen
puff
punten
do
puntlassen
punt
pureren
puree
rafelen
fray
raffelen
fray
ramen
estimate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'punt':

None found.