Lanteren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of lanteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lanter
I do
lantert
you do
lantert
he/she/it does
lanteren
we do
lanteren
you all do
lanteren
they do
Present perfect tense
heb gelanterd
I have done
hebt gelanterd
you have done
heeft gelanterd
he/she/it has done
hebben gelanterd
we have done
hebben gelanterd
you all have done
hebben gelanterd
they have done
Past tense
lanterde
I did
lanterde
you did
lanterde
he/she/it did
lanterden
we did
lanterden
you all did
lanterden
they did
Future tense
zal lanteren
I will do
zult lanteren
you will do
zal lanteren
he/she/it will do
zullen lanteren
we will do
zullen lanteren
you all will do
zullen lanteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou lanteren
I would do
zou lanteren
you would do
zou lanteren
he/she/it would do
zouden lanteren
we would do
zouden lanteren
you all would do
zouden lanteren
they would do
Subjunctive mood
lantere
I do
lantere
you do
lantere
he/she/it do
lantere
we do
lantere
you all do
lantere
they do
Past perfect tense
had gelanterd
I had done
had gelanterd
you had done
had gelanterd
he/she/it had done
hadden gelanterd
we had done
hadden gelanterd
you all had done
hadden gelanterd
they had done
Future perf.
zal gelanterd hebben
I will have done
zal gelanterd hebben
you will have done
zal gelanterd hebben
he/she/it will have done
zullen gelanterd hebben
we will have done
zullen gelanterd hebben
you all will have done
zullen gelanterd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gelanterd hebben
I would have done
zou gelanterd hebben
you would have done
zou gelanterd hebben
he/she/it would have done
zouden gelanterd hebben
we would have done
zouden gelanterd hebben
you all would have done
zouden gelanterd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
lanter
do
lantert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

centeren
center
hanteren
handle
kenteren
do
labberen
do
ladderen
unplait
lammeren
paralyse
lanceren
launch
larderen
do
lasteren
slander
lauweren
do
letteren
do
leuteren
dawdle
louteren
do
monteren
edit
punteren
punt

Similar but longer

lamenteren
do
planteren
plant

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?