Pacteren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of pacteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pacteer
I do
pacteert
you do
pacteert
he/she/it does
pacteren
we do
pacteren
you all do
pacteren
they do
Present perfect tense
heb gepacteerd
I have done
hebt gepacteerd
you have done
heeft gepacteerd
he/she/it has done
hebben gepacteerd
we have done
hebben gepacteerd
you all have done
hebben gepacteerd
they have done
Past tense
pacteerde
I did
pacteerde
you did
pacteerde
he/she/it did
pacteerden
we did
pacteerden
you all did
pacteerden
they did
Future tense
zal pacteren
I will do
zult pacteren
you will do
zal pacteren
he/she/it will do
zullen pacteren
we will do
zullen pacteren
you all will do
zullen pacteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou pacteren
I would do
zou pacteren
you would do
zou pacteren
he/she/it would do
zouden pacteren
we would do
zouden pacteren
you all would do
zouden pacteren
they would do
Subjunctive mood
pactere
I do
pactere
you do
pactere
he/she/it do
pactere
we do
pactere
you all do
pactere
they do
Past perfect tense
had gepacteerd
I had done
had gepacteerd
you had done
had gepacteerd
he/she/it had done
hadden gepacteerd
we had done
hadden gepacteerd
you all had done
hadden gepacteerd
they had done
Future perf.
zal gepacteerd hebben
I will have done
zal gepacteerd hebben
you will have done
zal gepacteerd hebben
he/she/it will have done
zullen gepacteerd hebben
we will have done
zullen gepacteerd hebben
you all will have done
zullen gepacteerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepacteerd hebben
I would have done
zou gepacteerd hebben
you would have done
zou gepacteerd hebben
he/she/it would have done
zouden gepacteerd hebben
we would have done
zouden gepacteerd hebben
you all would have done
zouden gepacteerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
pacteer
do
pacteert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

dicteren
dictate
palperen
palpate
pamperen
pamper
parkeren
park
passeren
pass
pauzeren
pause
peuteren
pick
plateren
plat
posteren
picket
punteren
punt

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overhebben
talk about
overtreffen
exceed
oververven
overdye
paaien
spawn
pacificeren
pacify
paddelen
do
pandoeren
do
parelen
bead
parlevinken
parle finches
partijtrekken
party draw

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?