Pulseren (to pulsate) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of pulseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pulseer
I pulsate
pulseert
you pulsate
pulseert
he/she/it pulsates
pulseren
we pulsate
pulseren
you all pulsate
pulseren
they pulsate
Present perfect tense
heb gepulseerd
I have pulsated
hebt gepulseerd
you have pulsated
heeft gepulseerd
he/she/it has pulsated
hebben gepulseerd
we have pulsated
hebben gepulseerd
you all have pulsated
hebben gepulseerd
they have pulsated
Past tense
pulseerde
I pulsated
pulseerde
you pulsated
pulseerde
he/she/it pulsated
pulseerden
we pulsated
pulseerden
you all pulsated
pulseerden
they pulsated
Future tense
zal pulseren
I will pulsate
zult pulseren
you will pulsate
zal pulseren
he/she/it will pulsate
zullen pulseren
we will pulsate
zullen pulseren
you all will pulsate
zullen pulseren
they will pulsate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou pulseren
I would pulsate
zou pulseren
you would pulsate
zou pulseren
he/she/it would pulsate
zouden pulseren
we would pulsate
zouden pulseren
you all would pulsate
zouden pulseren
they would pulsate
Subjunctive mood
pulsere
I pulsate
pulsere
you pulsate
pulsere
he/she/it pulsate
pulsere
we pulsate
pulsere
you all pulsate
pulsere
they pulsate
Past perfect tense
had gepulseerd
I had pulsated
had gepulseerd
you had pulsated
had gepulseerd
he/she/it had pulsated
hadden gepulseerd
we had pulsated
hadden gepulseerd
you all had pulsated
hadden gepulseerd
they had pulsated
Future perf.
zal gepulseerd hebben
I will have pulsated
zal gepulseerd hebben
you will have pulsated
zal gepulseerd hebben
he/she/it will have pulsated
zullen gepulseerd hebben
we will have pulsated
zullen gepulseerd hebben
you all will have pulsated
zullen gepulseerd hebben
they will have pulsated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepulseerd hebben
I would have pulsated
zou gepulseerd hebben
you would have pulsated
zou gepulseerd hebben
he/she/it would have pulsated
zouden gepulseerd hebben
we would have pulsated
zouden gepulseerd hebben
you all would have pulsated
zouden gepulseerd hebben
they would have pulsated
Du
Ihr
Imperative mood
pulseer
pulsate
pulseert
pulsate

Examples of pulseren

Example in DutchTranslation in English
Hij pulseert.It pulsates.
Douche pulserend, temperatuur normaal.Shower pressure pulsating, temperature normal.
Er is een regelmatig pulserend patroon van stralingsenergie.There is a repeated occurrence of registrations. A regular pulsating pattern of radiated energy.
Naar binnen, pulserend, worstelend...Downwardly, pulsating, striving.
en zal een pulserend geluid uitzenden--and will transmit a pulsating tone signal--

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

passeren
pass
pulveren
do
punteren
punt
purgeren
puree
purperen
purple

Similar but longer

impulseren
impulse honor

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pulsate':

None found.
Learning languages?