Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Paffen (to puff) conjugation

Dutch
10 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
paf
paft
paft
paffen
paffen
paffen
Present perfect tense
heb gepaft
hebt gepaft
heeft gepaft
hebben gepaft
hebben gepaft
hebben gepaft
Past tense
pafte
pafte
pafte
paften
paften
paften
Future tense
zal paffen
zult paffen
zal paffen
zullen paffen
zullen paffen
zullen paffen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou paffen
zou paffen
zou paffen
zouden paffen
zouden paffen
zouden paffen
Subjunctive mood
paffe
paffe
paffe
paffe
paffe
paffe
Past perfect tense
had gepaft
had gepaft
had gepaft
hadden gepaft
hadden gepaft
hadden gepaft
Future perf.
zal gepaft hebben
zal gepaft hebben
zal gepaft hebben
zullen gepaft hebben
zullen gepaft hebben
zullen gepaft hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepaft hebben
zou gepaft hebben
zou gepaft hebben
zouden gepaft hebben
zouden gepaft hebben
zouden gepaft hebben
Du
Ihr
Imperative mood
paf
paft

Examples of paffen

Example in DutchTranslation in English
Ik heb medelijden met die sukkels die nog steeds paffen.I feel sorry for suckers still puffing away, you know?
Laat me dit in echt praktische kant en klare termen zetten, ... want als de camera op gericht was toen ik 24 was, ... dan had het iemand gezien die 145 kilo woog, ... je had me 2 of 3 pakjes Marlboro per dag weg zien paffen, ... met een relatie, die ik niet wilde ... en ik had een baan waar ik een hekel aan had.Let me put this into really practical hundred-pound terms because if the camera had been pointed at me when I was 24 years old what it would have seen was a person who weighed 320 pounds you would have seen me puffing on two or three packs of Marlboros a day, a relationship that I didn't want to be in and I had a job I hated, everything was wrong in my life and so
Luciana, hou op met paffen.Hey, Luciana, puffing away, huh?
Hier, paf maar op.Finish it, there's still enough for a puff
Maar als je aardig en beleeft bent, geef ik je misschien een paf.But if you're nice and mind your manners, I might give you a puff.
Het is zo'n Cubaanse jongen waar je graag op paft.It's one of those cuban fellas you like puffing' on.
Hij paft al marihuana.We already know that he's been puffing' the magic dragon.
Vraag maar aan Denny wie er paft.Why don't you ask Denny who's puffin' the magic dragon? Not onto that one, huh?
Dus hij pafte en pafte en rookte zo z'n hele boek op.And so he huffed and he puffed, and little by little he smoked his book.
Mr Cool daar in het koren met zijn geweer en Mr Nerveus paffend hier, wachten. Het was gepland?Mr. Cool over there in the corn with his shotgun and Mr. Jittery puffing away here, waiting.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

beffen
lick
boffen
be lucky
doffen
dull
heffen
lift
keffen
yap
maffen
kip
muffen
do
paaien
spawn
pakken
take
palmen
do
panden
do
pappen
poultice
parsen
do
parten
do
passen
fit

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'puff':

None found.