Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Opschoppen (to do) conjugation

Dutch
3 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schop op
schopt op
schopt op
schoppen op
schoppen op
schoppen op
Present perfect tense
heb opgeschopt
hebt opgeschopt
heeft opgeschopt
hebben opgeschopt
hebben opgeschopt
hebben opgeschopt
Past tense
schopte op
schopte op
schopte op
schopten op
schopten op
schopten op
Future tense
zal opschoppen
zult opschoppen
zal opschoppen
zullen opschoppen
zullen opschoppen
zullen opschoppen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opschoppen
zou opschoppen
zou opschoppen
zouden opschoppen
zouden opschoppen
zouden opschoppen
Subjunctive mood
schoppe op
schoppe op
schoppe op
schoppe op
schoppe op
schoppe op
Past perfect tense
had opgeschopt
had opgeschopt
had opgeschopt
hadden opgeschopt
hadden opgeschopt
hadden opgeschopt
Future perf.
zal opgeschopt hebben
zal opgeschopt hebben
zal opgeschopt hebben
zullen opgeschopt hebben
zullen opgeschopt hebben
zullen opgeschopt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgeschopt hebben
zou opgeschopt hebben
zou opgeschopt hebben
zouden opgeschopt hebben
zouden opgeschopt hebben
zouden opgeschopt hebben
Present bijzin tense
opschop
opschopt
opschopt
opschoppen
opschoppen
opschoppen
Past bijzin tense
opschopte
opschopte
opschopte
opschopten
opschopten
opschopten
Future bijzin tense
zal opschoppen
zult opschoppen
zal opschoppen
zullen opschoppen
zullen opschoppen
zullen opschoppen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opschoppen
zou opschoppen
zou opschoppen
zouden opschoppen
zouden opschoppen
zouden opschoppen
Subjunctive bijzin mood
opschoppe
opschoppe
opschoppe
opschoppe
opschoppe
opschoppe
Du
Ihr
Imperative mood
schop op
schopt op

Examples of opschoppen

Example in DutchTranslation in English
schop op
Ik schop op alles dat ik niet graag heb en ik zal liefde vinden, en genot en tederheid, en passie..."		I will kick anything that I don't lik e and I'll find love, and pleasure and tenderness, and passion..."
Je ging met die schop op hem af.You took the shovel to him, but you couldn't do it, so you ran.
schoppen op
Eigenlijk, zal ik je laten draaien als een tol... je lunch opeten, je meisje stelen en je hond schoppen op hetzelfde moment.		As a matter of fact, I'll spin you like a top, eat your lunch, steal your girl and kick your dog at the same time.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afschoppen
do
inschoppen
do
omschoppen
do
opscheppen
serve
opscherpen
do
opschoeien
do
opschorsen
do
opschorten
postpone

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opprikken
pin up
opproppen
do
oprichten
run up
opruien
incite
opschikken
rig out
opschonen
clean
opschorsen
do
opschorten
postpone
opsluiten
lock up
opspeuren
sleuth

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.