Oproepen (to call up) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of oproepen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
roep op
I call up
roept op
you call up
roept op
he/she/it calls up
roepen op
we call up
roepen op
you all call up
roepen op
they call up
Present perfect tense
heb opgeroepen
I have called up
hebt opgeroepen
you have called up
heeft opgeroepen
he/she/it has called up
hebben opgeroepen
we have called up
hebben opgeroepen
you all have called up
hebben opgeroepen
they have called up
Past tense
riep op
I called up
riep op
you called up
riep op
he/she/it called up
riepen op
we called up
riepen op
you all called up
riepen op
they called up
Future tense
zal oproepen
I will call up
zult oproepen
you will call up
zal oproepen
he/she/it will call up
zullen oproepen
we will call up
zullen oproepen
you all will call up
zullen oproepen
they will call up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou oproepen
I would call up
zou oproepen
you would call up
zou oproepen
he/she/it would call up
zouden oproepen
we would call up
zouden oproepen
you all would call up
zouden oproepen
they would call up
Subjunctive mood
roepe op
I call up
roepe op
you call up
roepe op
he/she/it call up
roepe op
we call up
roepe op
you all call up
roepe op
they call up
Past perfect tense
had opgeroepen
I had called up
had opgeroepen
you had called up
had opgeroepen
he/she/it had called up
hadden opgeroepen
we had called up
hadden opgeroepen
you all had called up
hadden opgeroepen
they had called up
Future perf.
zal opgeroepen hebben
I will have called up
zal opgeroepen hebben
you will have called up
zal opgeroepen hebben
he/she/it will have called up
zullen opgeroepen hebben
we will have called up
zullen opgeroepen hebben
you all will have called up
zullen opgeroepen hebben
they will have called up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgeroepen hebben
I would have called up
zou opgeroepen hebben
you would have called up
zou opgeroepen hebben
he/she/it would have called up
zouden opgeroepen hebben
we would have called up
zouden opgeroepen hebben
you all would have called up
zouden opgeroepen hebben
they would have called up
Present bijzin tense
oproep
I call up
oproept
you call up
oproept
he/she/it calls up
oproepen
we call up
oproepen
you all call up
oproepen
they call up
Past bijzin tense
opriep
I called up
opriep
you called up
opriep
he/she/it called up
opriepen
we called up
opriepen
you all called up
opriepen
they called up
Future bijzin tense
zal oproepen
I will call up
zult oproepen
you will call up
zal oproepen
he/she/it will call up
zullen oproepen
we will call up
zullen oproepen
you all will call up
zullen oproepen
they will call up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou oproepen
I would call up
zou oproepen
you would call up
zou oproepen
he/she/it would call up
zouden oproepen
we would call up
zouden oproepen
you all would call up
zouden oproepen
they would call up
Subjunctive bijzin mood
oproepe
I call up
oproepe
you call up
oproepe
he/she/it call up
oproepe
we call up
oproepe
you all call up
oproepe
they call up
Du
Ihr
Imperative mood
roep op
call up
roept op
call up

Examples of oproepen

Example in DutchTranslation in English
- Ik zal hem oproepen,- I'll call up.
- kan je de bestanden oproepen ?- Can you call up the files? - Yeah.
...dat we deze agressie veroordelen... en de wereld oproepen Israël te doen stoppen... met het in gevaar brengen van onze voorzitter Farad.- that we condemn this aggression and call upon the world to stop Israel from putting our beloved Chairman Farad in jeopardy.
Als je bijvoorbeeld Medea ging spelen, wilde ze die als het ware oproepen.She'd say "All right, if you're going to play Medea, let's call upon Medea to come into the circle."
B'Elanna, kun je de syntactische subroutines oproepen?B'Elanna, can you call up the com system's syntax subroutines? l'll try.
'U bent zes maanden weggeweest', zei de legerarts toen ik werd opgeroepen."You have six months left", said the army doctor when I was called up.
- Dat klopt ja, toen werd je opgeroepen naar Zach's plek als nummer één closer.Oh, that's right ... that's when you were called up to take Zach's spot as the number-one closer.
- Ik ben opgeroepen.- Yeah, my reserve unit was called up.
- Ik werd niet opgeroepen voor het veldwerk.- I wasn't called up for field duty this year,
- Speel je? Ik was net begonnen voordat ik werd opgeroepen.I just started before I, uh, got called up.
Daarom doe ik een oproep tot jullie allemaal.That's why I call upon you all:
Hij moet zeggen: " Er is een oproep gedaan, waarom ga je niet in 't leger?"He should say, there's been a call up, why don't you join up... Ferit!
Morgen, wil ik wil dat je Masseria oproept. En een bijeenkomst opzet in Coney Island.Tomorrow, I want you to call up Masseria, and you set up a meeting in coney island.
De door en door kwaadaardige kracht die Mordecai Salas opriep besmette het hele dorp.Mom! It was a purely evil entity that Mordecai Salas called up from the beyond that infected the whole town.
Het straalde van een wereld die allen met geloof en wijsheid opriep, zichzelf eraan over te geven.It beamed from a world which called upon all those with faith and wisdom to give themselves unto it.
Vanavond begint het programma van de NBA met de Charlotte Bobcats die Nathan Scott onlangs opriepen.A full slate in the NBA kicks off tonight with the Charlotte Bobcats who recently called up Nathan Scott.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afroepen
poll
beroepen
do
inroepen
invoke
naroepen
do
omroepen
broadcast
opdiepen
dig
oppiepen
do
oprispen
burp
oproeien
do
oproeren
do
oprollen
curl up
oprotten
curl up
opslepen
pull
opzwepen
whip

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'call up':

None found.
Learning languages?