Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Opjutten (to do) conjugation

Dutch
6 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
jut op
jut op
jut op
jutten op
jutten op
jutten op
Present perfect tense
heb opgejut
hebt opgejut
heeft opgejut
hebben opgejut
hebben opgejut
hebben opgejut
Past tense
jutte op
jutte op
jutte op
jutten op
jutten op
jutten op
Future tense
zal opjutten
zult opjutten
zal opjutten
zullen opjutten
zullen opjutten
zullen opjutten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opjutten
zou opjutten
zou opjutten
zouden opjutten
zouden opjutten
zouden opjutten
Subjunctive mood
jutte op
jutte op
jutte op
jutte op
jutte op
jutte op
Past perfect tense
had opgejut
had opgejut
had opgejut
hadden opgejut
hadden opgejut
hadden opgejut
Future perf.
zal opgejut hebben
zal opgejut hebben
zal opgejut hebben
zullen opgejut hebben
zullen opgejut hebben
zullen opgejut hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgejut hebben
zou opgejut hebben
zou opgejut hebben
zouden opgejut hebben
zouden opgejut hebben
zouden opgejut hebben
Present bijzin tense
opjut
opjut
opjut
opjutten
opjutten
opjutten
Past bijzin tense
opjutte
opjutte
opjutte
opjutten
opjutten
opjutten
Future bijzin tense
zal opjutten
zult opjutten
zal opjutten
zullen opjutten
zullen opjutten
zullen opjutten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opjutten
zou opjutten
zou opjutten
zouden opjutten
zouden opjutten
zouden opjutten
Subjunctive bijzin mood
opjutte
opjutte
opjutte
opjutte
opjutte
opjutte
Du
Ihr
Imperative mood
jut op
jut op

Examples of opjutten

Example in DutchTranslation in English
- Het briefje moet ons opjutten.Why do we think that "A" found something just because "A" said so? The note was written to taunt us.
- Ik wil je niet opjutten...- I don't want to rush you ...
- Je moet hem niet opjutten.- Look, he's very busy, and I don't want him upset.
Agent Frug, mijn vader shockeert graag, laat hem u niet opjutten.agent frug, My father's a bit of a shock-doc. Don't let him alarm you.
Daar voeg ik aan toe dat ik ook weet wat ik niet wil... en ik wil me niet laten opjutten.But let me add I also know what I don't want, and I don't want to be rushed.
Ik weet dat je het gevoel hebt dat je altijd iedereen opjut en, de leiding wil nemen. Daardoor ben je een goede advocaat, maar nu is het niet het geschikte moment daarvoor.I know you feel like you always have to bulldoze everyone and, and take charge and that's what makes you a great lawyer but... this is not the time for that.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

opjuinen
do
opletten
pay attention
oppotten
hoard
oprotten
curl up
optutten
get all dressed up
opvatten
interpret
opzetten
swell
opzitten
sit up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.