Opjuinen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of opjuinen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
juin op
I do
juint op
you do
juint op
he/she/it does
juinen op
we do
juinen op
you all do
juinen op
they do
Present perfect tense
heb opgejuind
I have done
hebt opgejuind
you have done
heeft opgejuind
he/she/it has done
hebben opgejuind
we have done
hebben opgejuind
you all have done
hebben opgejuind
they have done
Past tense
juinde op
I did
juinde op
you did
juinde op
he/she/it did
juinden op
we did
juinden op
you all did
juinden op
they did
Future tense
zal opjuinen
I will do
zult opjuinen
you will do
zal opjuinen
he/she/it will do
zullen opjuinen
we will do
zullen opjuinen
you all will do
zullen opjuinen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opjuinen
I would do
zou opjuinen
you would do
zou opjuinen
he/she/it would do
zouden opjuinen
we would do
zouden opjuinen
you all would do
zouden opjuinen
they would do
Subjunctive mood
juine op
I do
juine op
you do
juine op
he/she/it do
juine op
we do
juine op
you all do
juine op
they do
Past perfect tense
had opgejuind
I had done
had opgejuind
you had done
had opgejuind
he/she/it had done
hadden opgejuind
we had done
hadden opgejuind
you all had done
hadden opgejuind
they had done
Future perf.
zal opgejuind hebben
I will have done
zal opgejuind hebben
you will have done
zal opgejuind hebben
he/she/it will have done
zullen opgejuind hebben
we will have done
zullen opgejuind hebben
you all will have done
zullen opgejuind hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgejuind hebben
I would have done
zou opgejuind hebben
you would have done
zou opgejuind hebben
he/she/it would have done
zouden opgejuind hebben
we would have done
zouden opgejuind hebben
you all would have done
zouden opgejuind hebben
they would have done
Present bijzin tense
opjuin
I do
opjuint
you do
opjuint
he/she/it does
opjuinen
we do
opjuinen
you all do
opjuinen
they do
Past bijzin tense
opjuinde
I did
opjuinde
you did
opjuinde
he/she/it did
opjuinden
we did
opjuinden
you all did
opjuinden
they did
Future bijzin tense
zal opjuinen
I will do
zult opjuinen
you will do
zal opjuinen
he/she/it will do
zullen opjuinen
we will do
zullen opjuinen
you all will do
zullen opjuinen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opjuinen
I would do
zou opjuinen
you would do
zou opjuinen
he/she/it would do
zouden opjuinen
we would do
zouden opjuinen
you all would do
zouden opjuinen
they would do
Subjunctive bijzin mood
opjuine
I do
opjuine
you do
opjuine
he/she/it do
opjuine
we do
opjuine
you all do
opjuine
they do
Du
Ihr
Imperative mood
juin op
do
juint op
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

omtuinen
do
opjutten
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ontzetten
alarm
openslaan
open
ophitsen
incite
ophogen
increase
ophopen
pile up
opjagen
chase
opjutten
do
opklinken
resound
opknopen
hang
oplezen
read

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?