Nawijzen (to do) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of nawijzen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wijs na
I do
wijst na
you do
wijst na
he/she/it does
wijzen na
we do
wijzen na
you all do
wijzen na
they do
Present perfect tense
heb nagewezen
I have done
hebt nagewezen
you have done
heeft nagewezen
he/she/it has done
hebben nagewezen
we have done
hebben nagewezen
you all have done
hebben nagewezen
they have done
Past tense
wees na
I did
wees na
you did
wees na
he/she/it did
wezen na
we did
wezen na
you all did
wezen na
they did
Future tense
zal nawijzen
I will do
zult nawijzen
you will do
zal nawijzen
he/she/it will do
zullen nawijzen
we will do
zullen nawijzen
you all will do
zullen nawijzen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nawijzen
I would do
zou nawijzen
you would do
zou nawijzen
he/she/it would do
zouden nawijzen
we would do
zouden nawijzen
you all would do
zouden nawijzen
they would do
Subjunctive mood
wijze na
I do
wijze na
you do
wijze na
he/she/it do
wijze na
we do
wijze na
you all do
wijze na
they do
Past perfect tense
had nagewezen
I had done
had nagewezen
you had done
had nagewezen
he/she/it had done
hadden nagewezen
we had done
hadden nagewezen
you all had done
hadden nagewezen
they had done
Future perf.
zal nagewezen hebben
I will have done
zal nagewezen hebben
you will have done
zal nagewezen hebben
he/she/it will have done
zullen nagewezen hebben
we will have done
zullen nagewezen hebben
you all will have done
zullen nagewezen hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nagewezen hebben
I would have done
zou nagewezen hebben
you would have done
zou nagewezen hebben
he/she/it would have done
zouden nagewezen hebben
we would have done
zouden nagewezen hebben
you all would have done
zouden nagewezen hebben
they would have done
Present bijzin tense
nawijs
I do
nawijst
you do
nawijst
he/she/it does
nawijzen
we do
nawijzen
you all do
nawijzen
they do
Past bijzin tense
nawees
I did
nawees
you did
nawees
he/she/it did
nawezen
we did
nawezen
you all did
nawezen
they did
Future bijzin tense
zal nawijzen
I will do
zult nawijzen
you will do
zal nawijzen
he/she/it will do
zullen nawijzen
we will do
zullen nawijzen
you all will do
zullen nawijzen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou nawijzen
I would do
zou nawijzen
you would do
zou nawijzen
he/she/it would do
zouden nawijzen
we would do
zouden nawijzen
you all would do
zouden nawijzen
they would do
Subjunctive bijzin mood
nawijze
I do
nawijze
you do
nawijze
he/she/it do
nawijze
we do
nawijze
you all do
nawijze
they do
Du
Ihr
Imperative mood
wijs na
do
wijst na
do

Examples of nawijzen

Example in DutchTranslation in English
Ik wil niet toekijken terwijl mensen haar nawijzen en uitjoelen.I don't want to watch while people point at her and jeer.
Vrouwen zouden andere vrouwen niet moeten nawijzen... om wat ze met hun lijf doen.I just think that women shouldn't point fingers at other women for whatever they're doing to enhance their bodies.
Er was niemand in Purgatory die me niet nawees als ik voorbijliep.There wasn't a man nor a bird dog in Purgatory that didn't point when I walked down the street.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afwijzen
reject
bewijzen
prove

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

nagalmen
do
nasnuffelen
do
natafelen
linger
natellen
count again
nawerpen
do
nawroeten
do
nazingen
should sing
neerdalen
descend
neerknallen
shot down
neerkwakken
slam down

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?