Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Natellen (to count again) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tel na
telt na
telt na
tellen na
tellen na
tellen na
Present perfect tense
heb nageteld
hebt nageteld
heeft nageteld
hebben nageteld
hebben nageteld
hebben nageteld
Past tense
telde na
telde na
telde na
telden na
telden na
telden na
Future tense
zal natellen
zult natellen
zal natellen
zullen natellen
zullen natellen
zullen natellen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou natellen
zou natellen
zou natellen
zouden natellen
zouden natellen
zouden natellen
Subjunctive mood
telle na
telle na
telle na
telle na
telle na
telle na
Past perfect tense
had nageteld
had nageteld
had nageteld
hadden nageteld
hadden nageteld
hadden nageteld
Future perf.
zal nageteld hebben
zal nageteld hebben
zal nageteld hebben
zullen nageteld hebben
zullen nageteld hebben
zullen nageteld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nageteld hebben
zou nageteld hebben
zou nageteld hebben
zouden nageteld hebben
zouden nageteld hebben
zouden nageteld hebben
Present bijzin tense
natel
natelt
natelt
natellen
natellen
natellen
Past bijzin tense
natelde
natelde
natelde
natelden
natelden
natelden
Future bijzin tense
zal natellen
zult natellen
zal natellen
zullen natellen
zullen natellen
zullen natellen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou natellen
zou natellen
zou natellen
zouden natellen
zouden natellen
zouden natellen
Subjunctive bijzin mood
natelle
natelle
natelle
natelle
natelle
natelle
Du
Ihr
Imperative mood
tel na
telt na

Examples of natellen

Example in DutchTranslation in English
Als je het wil natellen.If you want to count again.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aftellen
countdown
nahollen
do
navullen
refill
optellen
add

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

misten
be foggy
naaien
sew
nabestellen
do
nabranden
do
nasmeulen
steal after
nasukkelen
do
natekenen
copy
nathouden
do
nazingen
should sing
nederhouden
hold down

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'count again':

None found.