Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

natafelen

to linger

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of natafelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tafel na
I linger
tafelt na
you linger
tafelt na
he/she/it lingers
tafelen na
we linger
tafelen na
you all linger
tafelen na
they linger
Present perfect tense
heb nagetafeld
I have lingered
hebt nagetafeld
you have lingered
heeft nagetafeld
he/she/it has lingered
hebben nagetafeld
we have lingered
hebben nagetafeld
you all have lingered
hebben nagetafeld
they have lingered
Past tense
tafelde na
I lingered
tafelde na
you lingered
tafelde na
he/she/it lingered
tafelden na
we lingered
tafelden na
you all lingered
tafelden na
they lingered
Future tense
zal natafelen
I will linger
zult natafelen
you will linger
zal natafelen
he/she/it will linger
zullen natafelen
we will linger
zullen natafelen
you all will linger
zullen natafelen
they will linger
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou natafelen
I would linger
zou natafelen
you would linger
zou natafelen
he/she/it would linger
zouden natafelen
we would linger
zouden natafelen
you all would linger
zouden natafelen
they would linger
Subjunctive mood
tafele na
I linger
tafele na
you linger
tafele na
he/she/it linger
tafele na
we linger
tafele na
you all linger
tafele na
they linger
Past perfect tense
had nagetafeld
I had lingered
had nagetafeld
you had lingered
had nagetafeld
he/she/it had lingered
hadden nagetafeld
we had lingered
hadden nagetafeld
you all had lingered
hadden nagetafeld
they had lingered
Future perf.
zal nagetafeld hebben
I will have lingered
zal nagetafeld hebben
you will have lingered
zal nagetafeld hebben
he/she/it will have lingered
zullen nagetafeld hebben
we will have lingered
zullen nagetafeld hebben
you all will have lingered
zullen nagetafeld hebben
they will have lingered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nagetafeld hebben
I would have lingered
zou nagetafeld hebben
you would have lingered
zou nagetafeld hebben
he/she/it would have lingered
zouden nagetafeld hebben
we would have lingered
zouden nagetafeld hebben
you all would have lingered
zouden nagetafeld hebben
they would have lingered
Present bijzin tense
natafel
I linger
natafelt
you linger
natafelt
he/she/it lingers
natafelen
we linger
natafelen
you all linger
natafelen
they linger
Past bijzin tense
natafelde
I lingered
natafelde
you lingered
natafelde
he/she/it lingered
natafelden
we lingered
natafelden
you all lingered
natafelden
they lingered
Future bijzin tense
zal natafelen
I will linger
zult natafelen
you will linger
zal natafelen
he/she/it will linger
zullen natafelen
we will linger
zullen natafelen
you all will linger
zullen natafelen
they will linger
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou natafelen
I would linger
zou natafelen
you would linger
zou natafelen
he/she/it would linger
zouden natafelen
we would linger
zouden natafelen
you all would linger
zouden natafelen
they would linger
Subjunctive bijzin mood
natafele
I linger
natafele
you linger
natafele
he/she/it linger
natafele
we linger
natafele
you all linger
natafele
they linger
Du
Ihr
Imperative mood
tafel na
linger
tafelt na
linger

Further details about this page

LOCATION