Nadoen (to imitate) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of nadoen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
doe na
I imitate
doet na
you imitate
doet na
he/she/it imitates
doen na
we imitate
doen na
you all imitate
doen na
they imitate
Present perfect tense
heb nagedaan
I have imitated
hebt nagedaan
you have imitated
heeft nagedaan
he/she/it has imitated
hebben nagedaan
we have imitated
hebben nagedaan
you all have imitated
hebben nagedaan
they have imitated
Past tense
deed na
I imitated
deed na
you imitated
deed na
he/she/it imitated
deden na
we imitated
deden na
you all imitated
deden na
they imitated
Future tense
zal nadoen
I will imitate
zult nadoen
you will imitate
zal nadoen
he/she/it will imitate
zullen nadoen
we will imitate
zullen nadoen
you all will imitate
zullen nadoen
they will imitate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nadoen
I would imitate
zou nadoen
you would imitate
zou nadoen
he/she/it would imitate
zouden nadoen
we would imitate
zouden nadoen
you all would imitate
zouden nadoen
they would imitate
Subjunctive mood
doe na
I imitate
doe na
you imitate
doe na
he/she/it imitate
doe na
we imitate
doe na
you all imitate
doe na
they imitate
Past perfect tense
had nagedaan
I had imitated
had nagedaan
you had imitated
had nagedaan
he/she/it had imitated
hadden nagedaan
we had imitated
hadden nagedaan
you all had imitated
hadden nagedaan
they had imitated
Future perf.
zal nagedaan hebben
I will have imitated
zal nagedaan hebben
you will have imitated
zal nagedaan hebben
he/she/it will have imitated
zullen nagedaan hebben
we will have imitated
zullen nagedaan hebben
you all will have imitated
zullen nagedaan hebben
they will have imitated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nagedaan hebben
I would have imitated
zou nagedaan hebben
you would have imitated
zou nagedaan hebben
he/she/it would have imitated
zouden nagedaan hebben
we would have imitated
zouden nagedaan hebben
you all would have imitated
zouden nagedaan hebben
they would have imitated
Present bijzin tense
nadoe
I imitate
nadoet
you imitate
nadoet
he/she/it imitates
nadoen
we imitate
nadoen
you all imitate
nadoen
they imitate
Past bijzin tense
nadeed
I imitated
nadeed
you imitated
nadeed
he/she/it imitated
nadeden
we imitated
nadeden
you all imitated
nadeden
they imitated
Future bijzin tense
zal nadoen
I will imitate
zult nadoen
you will imitate
zal nadoen
he/she/it will imitate
zullen nadoen
we will imitate
zullen nadoen
you all will imitate
zullen nadoen
they will imitate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou nadoen
I would imitate
zou nadoen
you would imitate
zou nadoen
he/she/it would imitate
zouden nadoen
we would imitate
zouden nadoen
you all would imitate
zouden nadoen
they would imitate
Subjunctive bijzin mood
nadoe
I imitate
nadoe
you imitate
nadoe
he/she/it imitate
nadoe
we imitate
nadoe
you all imitate
nadoe
they imitate
Du
Ihr
Imperative mood
doe na
imitate
doet na
imitate

Examples of nadoen

Example in DutchTranslation in English
- Ik kan ook een schildpad nadoen.- I can also imitate a turtle.
Alleen omdat een meisje weet hoe ze een vrouw moet nadoen, betekent nog niet dat ze klaar is om te doen, wat een vrouw doet!Just because a girl knows how to imitate a woman does not mean she's ready to do what a woman does.
Als de Carnac mij kan nadoen, dan kan ik hem ook nadoen.If I can imitate Carnac, I can imitate him.
Als ik iets doms doe, moet je dat niet nadoen.If you see me do something dumb, don't imitate me, okay?
Dat is erg goed, Rupert, je kan 'm goed nadoen.Well, Rupert, as well imitate.
Gilbert was een onsterfelijke gangster van het witte doek. Hij werd als held aanbeden en overal nagedaan.Gilbert was one of the screen 's immortal mobsters, hero-worshipped and imitated around the world.
Je hebt alleen mij niet nagedaan.You know£¬ you imitated everybody today except me.
Vaak nagedaan.Often imitated.
Als je dat bij elkaar optelt: Als onze man genoeg nadoet, dat hij begeerd wordt, gelooft hij, dat hij uiteindelijk begeerd en geaccepteerd wordt.You put it together, our boy imitates being wanted and desired enough times, he believes he'll become one who is wanted and desired.
Als je weer een helikopter nadoet... moet je de keuen krijten voor je ze in je oren steekt.Hey, CIiffie, next time you try to imitate that helicopter, I think you ought to chalk up the cues before you stick them in your ears.
Ik laat je even zien hoe je een eikel nadoet.I'll teach you to imitate an asshole!
Tot Hefaistion ons overtuigde dat het dieren waren die mensen nadeden... maar hun eigen vacht droegen.- They're animals. Until Hephaistion convinced us these were animals who imitated men but wore their own skin.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afdoen
take off
bedoen
do
indoen
put in
naaien
sew
narren
do
nasjen
nosh
nassen
do
natten
do
nazien
audit
omdoen
put on
opdoen
loom

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

mislezen
do
misverstaan
mistake
moppen
do
nabijblijven
remain near
nacijferen
go over
nadenken
think
naderen
approach
nadragen
do
nagelen
nail
naleven
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'imitate':

None found.
Learning languages?