Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Mokken (to do) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of mokken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
mok
I do
mokt
you do
mokt
he/she/it does
mokken
we do
mokken
you all do
mokken
they do
Present perfect tense
heb gemokt
I have done
hebt gemokt
you have done
heeft gemokt
he/she/it has done
hebben gemokt
we have done
hebben gemokt
you all have done
hebben gemokt
they have done
Past tense
mokte
I did
mokte
you did
mokte
he/she/it did
mokten
we did
mokten
you all did
mokten
they did
Future tense
zal mokken
I will do
zult mokken
you will do
zal mokken
he/she/it will do
zullen mokken
we will do
zullen mokken
you all will do
zullen mokken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou mokken
I would do
zou mokken
you would do
zou mokken
he/she/it would do
zouden mokken
we would do
zouden mokken
you all would do
zouden mokken
they would do
Subjunctive mood
mokke
I do
mokke
you do
mokke
he/she/it do
mokke
we do
mokke
you all do
mokke
they do
Past perfect tense
had gemokt
I had done
had gemokt
you had done
had gemokt
he/she/it had done
hadden gemokt
we had done
hadden gemokt
you all had done
hadden gemokt
they had done
Future perf.
zal gemokt hebben
I will have done
zal gemokt hebben
you will have done
zal gemokt hebben
he/she/it will have done
zullen gemokt hebben
we will have done
zullen gemokt hebben
you all will have done
zullen gemokt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemokt hebben
I would have done
zou gemokt hebben
you would have done
zou gemokt hebben
he/she/it would have done
zouden gemokt hebben
we would have done
zouden gemokt hebben
you all would have done
zouden gemokt hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
mok
do
mokt
do

Examples of mokken

Example in DutchTranslation in English
- Nee, je zit te mokken.- No, pouting is what you're doing.
Alles liever dan hier blijven kijken hoe jij zit te mokken.I'd rather be doing almost anything other than watching you sulk.
Als het toch niets wordt wil jij geen nieuwe mokken kopen.Because when that inevitable breakup comes, you don't want to buy new mugs.
Als je niet krijgt wat je wilt loop je weg en ga je mokken?What? What, so you don't get what you want, you just walk off and pout?
Als je ongevraagd moet verhuizen mag je wel even mokken.I think being uprooted without my consent is worth a pout, don't you?
- Ik mok niet.- l don't sulk.
- Ik zit te huilen op de grond van de kast... drinkend uit een mok, dus ik denk het niet.I'm sobbing on the floor of my closet, drinking Chardonnay in a sippy cup so I guess not.
- Niemand dwong je dit te doen en nu mok je, omdat het zwaar is en je leraar gemeen is.You know what? No one forced you to do this, and now you're gonna pout because it's kind of hard and your teacher's mean?
- Nou dan, als je niet goed wordt behandeld, mok niet en heb geen grote mond.Well, then. If you're not content with the way you're treated, don't sulk and answer back.
-Weet je wat ik doe als ik mok?Know what I'm doing when I'm sulking in my tree?
- Ik voel gewoon dat je mokt.Oh, please. I don't even have to look at you. I can feel you pouting.
-lk mok niet, jij mokt.- Now, don't pout.
Daar is Tod het niet mee eens, hij mokt nog.Dear old Todd doesn't agree. He's still sulky.
Hij mokt vast omdat z'n pa zo goed is en omdat hij brult als 'n meisje.Maybe he's sulking 'cause he lives in his father's shadow and he roars like a schoolgirl.
Sinds september, sinds 't begin van dit jaar, werk je niet mee, je mokt, je wilt niet lezen...Since September since the start of this year you're not cooperative you keep sulking you refuse to read. What happened? I don't like reading now.
- Je mokte wel. Oké, maar ik miste hem... en ik had niet verwacht dat ik hem zo zou missen.Okay, well, that's because I missed him, and I didn't expect to miss him as much as I did.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bakken
bake
bekken
do
bikken
do
bokken
sulk
bukken
stoop
dekken
cover
dikken
thick
dokken
cough up
fikken
do
fokken
breed
gakken
honk
gekken
do
gokken
gamble
hakken
cut
hikken
hiccup

Similar but longer

mokkelen
do
smokken
shirr

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.