Kirren (to coo) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of kirren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kir
I coo
kirt
you coo
kirt
he/she/it coos
kirren
we coo
kirren
you all coo
kirren
they coo
Present perfect tense
heb gekird
I have cooed
hebt gekird
you have cooed
heeft gekird
he/she/it has cooed
hebben gekird
we have cooed
hebben gekird
you all have cooed
hebben gekird
they have cooed
Past tense
kirde
I cooed
kirde
you cooed
kirde
he/she/it cooed
kirden
we cooed
kirden
you all cooed
kirden
they cooed
Future tense
zal kirren
I will coo
zult kirren
you will coo
zal kirren
he/she/it will coo
zullen kirren
we will coo
zullen kirren
you all will coo
zullen kirren
they will coo
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kirren
I would coo
zou kirren
you would coo
zou kirren
he/she/it would coo
zouden kirren
we would coo
zouden kirren
you all would coo
zouden kirren
they would coo
Subjunctive mood
kirre
I coo
kirre
you coo
kirre
he/she/it coo
kirre
we coo
kirre
you all coo
kirre
they coo
Past perfect tense
had gekird
I had cooed
had gekird
you had cooed
had gekird
he/she/it had cooed
hadden gekird
we had cooed
hadden gekird
you all had cooed
hadden gekird
they had cooed
Future perf.
zal gekird hebben
I will have cooed
zal gekird hebben
you will have cooed
zal gekird hebben
he/she/it will have cooed
zullen gekird hebben
we will have cooed
zullen gekird hebben
you all will have cooed
zullen gekird hebben
they will have cooed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekird hebben
I would have cooed
zou gekird hebben
you would have cooed
zou gekird hebben
he/she/it would have cooed
zouden gekird hebben
we would have cooed
zouden gekird hebben
you all would have cooed
zouden gekird hebben
they would have cooed
Du
Ihr
Imperative mood
kir
coo
kirt
coo

Examples of kirren

Example in DutchTranslation in English
- Om de tortelduiven te laten kirren.- To make the doves coo.
Het ligt aan al dat kirren en de manier waarop hij steeds met haar haar speelt.It's all that cooing, and the way he's always playing with her hair.
Mijn hart wordt warm, als ik jullie verliefden, hoor kirren.Warms my heart to hear you lovebirds coo.
Nog een dozijn en hij zal kirren als een duif.Another dozen, and he'll coo like a dove.
Nu ik naar het nest vlieg, kan ik niet kirren.From the nest it flew, now it doesn't go coo.
[Holly kirt][Holly coos]
Op haar tocht kirde ze tegen de zwaan:On her journey she cooed to the swan...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

darren
do
dorren
do
karren
do
keuren
inspect
kicken
kick
kieken
chick
kielen
chick
kiemen
germinate
kienen
do
kiepen
tilt
kieren
do
kiezen
choose
kiften
quarrel
kijken
look
kijven
quarrel

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'coo':

None found.
Learning languages?