Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

keuren

to inspect

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of keuren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
keur
I inspect
keurt
you inspect
keurt
he/she/it inspects
keuren
we inspect
keuren
you all inspect
keuren
they inspect
Present perfect tense
heb gekeurd
I have inspected
hebt gekeurd
you have inspected
heeft gekeurd
he/she/it has inspected
hebben gekeurd
we have inspected
hebben gekeurd
you all have inspected
hebben gekeurd
they have inspected
Past tense
keurde
I inspected
keurde
you inspected
keurde
he/she/it inspected
keurden
we inspected
keurden
you all inspected
keurden
they inspected
Future tense
zal keuren
I will inspect
zult keuren
you will inspect
zal keuren
he/she/it will inspect
zullen keuren
we will inspect
zullen keuren
you all will inspect
zullen keuren
they will inspect
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou keuren
I would inspect
zou keuren
you would inspect
zou keuren
he/she/it would inspect
zouden keuren
we would inspect
zouden keuren
you all would inspect
zouden keuren
they would inspect
Subjunctive mood
keure
I inspect
keure
you inspect
keure
he/she/it inspect
keure
we inspect
keure
you all inspect
keure
they inspect
Past perfect tense
had gekeurd
I had inspected
had gekeurd
you had inspected
had gekeurd
he/she/it had inspected
hadden gekeurd
we had inspected
hadden gekeurd
you all had inspected
hadden gekeurd
they had inspected
Future perf.
zal gekeurd hebben
I will have inspected
zal gekeurd hebben
you will have inspected
zal gekeurd hebben
he/she/it will have inspected
zullen gekeurd hebben
we will have inspected
zullen gekeurd hebben
you all will have inspected
zullen gekeurd hebben
they will have inspected
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekeurd hebben
I would have inspected
zou gekeurd hebben
you would have inspected
zou gekeurd hebben
he/she/it would have inspected
zouden gekeurd hebben
we would have inspected
zouden gekeurd hebben
you all would have inspected
zouden gekeurd hebben
they would have inspected
Du
Ihr
Imperative mood
keur
inspect
keurt
inspect

Examples of keuren

U kunt de waar keuren.

For your inspection.

Wanneer is er nog eens 'n inspecteur het pretpark gaan keuren?

When was the last time a field inspector checked out the rides?

Ze wil je keuren.

She wants to inspect you.

Sorry, maar alleen de sterke en fraai genaaide exemplaren keur ik goed.

Sorry, pal. Only the strong and the well-sewn are inspected by Number Six and approved.

Een dierenrechtenactivist heeft rotjes in iedereen's spit gedaan terwijl ons vlees werd gekeurd.

An animal-rights activist buried firecrackers in everyone's rig while we were getting our meat inspected.