Karren (to do) conjugation

Dutch
15 examples

Conjugation of karren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kar
I do
kart
you do
kart
he/she/it does
karren
we do
karren
you all do
karren
they do
Present perfect tense
heb gekard
I have done
hebt gekard
you have done
heeft gekard
he/she/it has done
hebben gekard
we have done
hebben gekard
you all have done
hebben gekard
they have done
Past tense
karde
I did
karde
you did
karde
he/she/it did
karden
we did
karden
you all did
karden
they did
Future tense
zal karren
I will do
zult karren
you will do
zal karren
he/she/it will do
zullen karren
we will do
zullen karren
you all will do
zullen karren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou karren
I would do
zou karren
you would do
zou karren
he/she/it would do
zouden karren
we would do
zouden karren
you all would do
zouden karren
they would do
Subjunctive mood
karre
I do
karre
you do
karre
he/she/it do
karre
we do
karre
you all do
karre
they do
Past perfect tense
had gekard
I had done
had gekard
you had done
had gekard
he/she/it had done
hadden gekard
we had done
hadden gekard
you all had done
hadden gekard
they had done
Future perf.
zal gekard hebben
I will have done
zal gekard hebben
you will have done
zal gekard hebben
he/she/it will have done
zullen gekard hebben
we will have done
zullen gekard hebben
you all will have done
zullen gekard hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekard hebben
I would have done
zou gekard hebben
you would have done
zou gekard hebben
he/she/it would have done
zouden gekard hebben
we would have done
zouden gekard hebben
you all would have done
zouden gekard hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
kar
do
kart
do

Examples of karren

Example in DutchTranslation in English
Als ik toch op die fiets moet blijven karren, dan ga ik hem opleuken.If I'm going to ride that bike, I'm going to get it done up.
Deze honden werden gebruikt om karren te trekken.These dogs were used in remote villages in Belgium to bring supplies.
Er was een oude man die de karren duwde.How can you know what you'd do to stay alive until you're really asked?
Gordels om en karren maar.- Strap in. Let's do this.
Hij heeft geen raketten gezien, maar wel 'n hoop koelie-karren.So what? Coolie carts seldom have grooved wheels.
- Ik moet echt nu naar beneden met die kar!Look I've got to get this trolley downstairs, now!
- Mijn kar is kapot gegaan.My roller broke down.
- We brachten zijn kar weg, we maakten een lange wandeling en daarna hebben we gezoend voor het gebouw van de republikeinse partij.Well, first we returned his cart. Then we went for a long walk and ended up making out in the doorway of the Republican Party headquarters.
-Dit is mijn kar.- This is my hot dog wagon.
-lk bouw een kar van een zeepkist.What are you doing? - Building a soap box derby racer.
Die auto is nauwelijks meer dan een kart.What do these piles of steel, but NOS bottle used to be swimming
Harold, doe niet zo gedeprimeerd, omdat het geen echte kart is.Great. Harold, don't be a gloomy gus 'cause it isn't a "go-kart."
Harold, ik ga naar de racebaan, om in m'n kart te rijden, wil je mee?Harold, I'm gonna go down to the racetrack and ride my go-kart -- you want to go?
Vertel Mr. Griswold hoe tof jouw go-kart is.Tell Mr. Griswold how dope our go-kart is.
Wat zou je er van vinden als wij samen een go-kart zouden maken?Hey, what do you say you and I build a go-kart together?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

darren
do
dorren
do
kaaien
do
kaften
do
kakken
cackle
kalken
plaster
kallen
rave
kalven
calve
kammen
comb
kampen
do
kanten
lace
kappen
do
karnen
churn
karten
kart
kassen
do

Similar but longer

karteren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?