Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Bedragen (to amount to) conjugation

Dutch
5 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bedraag
bedraagt
bedraagt
bedragen
bedragen
bedragen
Present perfect tense
heb bedragen
hebt bedragen
heeft bedragen
hebben bedragen
hebben bedragen
hebben bedragen
Past tense
bedroeg
bedroeg
bedroeg
bedroegen
bedroegen
bedroegen
Future tense
zal bedragen
zult bedragen
zal bedragen
zullen bedragen
zullen bedragen
zullen bedragen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bedragen
zou bedragen
zou bedragen
zouden bedragen
zouden bedragen
zouden bedragen
Subjunctive mood
bedrage
bedrage
bedrage
bedrage
bedrage
bedrage
Past perfect tense
had bedragen
had bedragen
had bedragen
hadden bedragen
hadden bedragen
hadden bedragen
Future perf.
zal bedragen hebben
zal bedragen hebben
zal bedragen hebben
zullen bedragen hebben
zullen bedragen hebben
zullen bedragen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bedragen hebben
zou bedragen hebben
zou bedragen hebben
zouden bedragen hebben
zouden bedragen hebben
zouden bedragen hebben
Du
Ihr
Imperative mood
bedraag
bedraagt

Examples of bedragen

Example in DutchTranslation in English
Voor zover we weten bedragen zijn schulden 88,10 pond... terwijl hij 220 pond op de Capital and Counties Bank heeft.His debts, as far as we can ascertain, amount to eighty-eight pounds and ten shillings while he has two hundred and twenty pounds to his credit in the Capital and Counties Bank.
Dat is veel meer, dan mijn loon bedraagt.That is far more than my wages amount to.
De opbrengst per jaar bedraagt...The output per year amount to..."
De rijstoogst bedroeg 498.200 Koku per jaar.The rice harvest amounted to 498,200 Koku yearly.
Dit is alles wat ons hele leven ooit bedroeg.This is all our lives ever amounted to.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afdragen
wear out
bedingen
carp at
beklagen
complain
beknagen
do
bevragen
question
gedragen
behave
indragen
do
nadragen
do
omdragen
carry about
opdragen
instruct

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

apaiseren
appease
bebinden
do
bebloemen
flour on
beconcurreren
compete
bedammen
do
bedotten
bilk
bedreigen
threaten
bedwingen
suppress
begrenzen
limit
begrinten
gravel

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'amount to':

None found.