Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Anodiseren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
anodiseer
anodiseert
anodiseert
anodiseren
anodiseren
anodiseren
Present perfect tense
heb geanodiseerd
hebt geanodiseerd
heeft geanodiseerd
hebben geanodiseerd
hebben geanodiseerd
hebben geanodiseerd
Past tense
anodiseerde
anodiseerde
anodiseerde
anodiseerden
anodiseerden
anodiseerden
Future tense
zal anodiseren
zult anodiseren
zal anodiseren
zullen anodiseren
zullen anodiseren
zullen anodiseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou anodiseren
zou anodiseren
zou anodiseren
zouden anodiseren
zouden anodiseren
zouden anodiseren
Subjunctive mood
anodisere
anodisere
anodisere
anodisere
anodisere
anodisere
Past perfect tense
had geanodiseerd
had geanodiseerd
had geanodiseerd
hadden geanodiseerd
hadden geanodiseerd
hadden geanodiseerd
Future perf.
zal geanodiseerd hebben
zal geanodiseerd hebben
zal geanodiseerd hebben
zullen geanodiseerd hebben
zullen geanodiseerd hebben
zullen geanodiseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geanodiseerd hebben
zou geanodiseerd hebben
zou geanodiseerd hebben
zouden geanodiseerd hebben
zouden geanodiseerd hebben
zouden geanodiseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
anodiseer
anodiseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.