Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aquarelleren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
aquarelleer
aquarelleert
aquarelleert
aquarelleren
aquarelleren
aquarelleren
Present perfect tense
heb geaquarelleerd
hebt geaquarelleerd
heeft geaquarelleerd
hebben geaquarelleerd
hebben geaquarelleerd
hebben geaquarelleerd
Past tense
aquarelleerde
aquarelleerde
aquarelleerde
aquarelleerden
aquarelleerden
aquarelleerden
Future tense
zal aquarelleren
zult aquarelleren
zal aquarelleren
zullen aquarelleren
zullen aquarelleren
zullen aquarelleren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aquarelleren
zou aquarelleren
zou aquarelleren
zouden aquarelleren
zouden aquarelleren
zouden aquarelleren
Subjunctive mood
aquarellere
aquarellere
aquarellere
aquarellere
aquarellere
aquarellere
Past perfect tense
had geaquarelleerd
had geaquarelleerd
had geaquarelleerd
hadden geaquarelleerd
hadden geaquarelleerd
hadden geaquarelleerd
Future perf.
zal geaquarelleerd hebben
zal geaquarelleerd hebben
zal geaquarelleerd hebben
zullen geaquarelleerd hebben
zullen geaquarelleerd hebben
zullen geaquarelleerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geaquarelleerd hebben
zou geaquarelleerd hebben
zou geaquarelleerd hebben
zouden geaquarelleerd hebben
zouden geaquarelleerd hebben
zouden geaquarelleerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
aquarelleer
aquarelleert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.